vrijdag, september 28, 2007

SRM column: Scrollwiel

Eigenlijk sla ik al jaren dreigende taal uit naar Apple. Niet iedereen weet dat, maar neem van mij maar aan dat ze er goed de zenuwen in hadden in die arty vormgegeven kantoorpandjes in Cupertino. Van mij mochten ze namelijk de gekste dingen doen met al die apparaten van ze, maar het scrollwiel van de iPod, daar moest iedereen met zijn tengels van afblijven. We hadden het toch over een triomf van eenvoud in een wereld vol met onnodige en onbegrijpelijke knopjes, schuifjes en bijbehorende gebruikersinterfaces. De laatste strohalm in een kakelbonte chaos van mislukte ontwerpen.

Gemiddeld drie keer per jaar schreef ik daarom een anonieme brief naar Steve Jobs en zijn team. Niets ernstigs hoor, gewoon een nuchtere, doordachte onderstreping van mijn beweegredenen: het zit zus en zo en daarom vooral niet dat scrollwiel veranderen. Daarna nooit echte bedreigingen, want dat kon ik me in mijn positie niet veroorloven. Ik zou het hoogstens gedetailleerde specificaties van de mogelijke gevolgen willen noemen, waarbij ik overigens niet te beroerd was om persoonlijk te worden.

Ik dacht dat ik de dames en heren productstrategen in een ijzeren wurggreep had, maar kortgeleden kwam daar dan toch de nieuwe iPod Touch uit, zonder scrollwiel en met aanraakgevoelig, multi-touch scherm. De oude iPod blijft voorlopig nog gewoon te koop waarbij de we noemen oude rommel gewoon ‘classic’ truc weer zonder gêne van stal is gehaald.

Dit zou een volstrekte meesterzet zijn voor Microsoft, die ik vanuit altruïstische overwegingen hier met de hele wereld deel: breng Windows XP in een iets opgepoetst jasje opnieuw uit onder de naam ‘Windows Classic’. En dan maar volop speculeren op dat hippe, retrogevoel van werken met een besturingssysteem dat nog niet geteisterd wordt door vertragende, avant-gardistisch uitrolmenu’s en gevoelig in elkaar overvloeiende vensters. Een instant verkoopsucces, daar hoef je geen schriftelijke cursus NIMA A voor te hebben gevolgd om dat door te hebben.

Ik heb de iPod Touch nog niet kunnen proberen (evenmin als het dure zusje iPhone), maar je kunt alleen maar hopen dat de ontwerpers zich opnieuw uiterst onderkoeld hebben opgesteld. Het potentieel zit er wel in. Als we er TRIZ bijhalen – ondertussen een de facto standaard voor systematische innovatie – dan valt ons onmiddellijk het zogenaamde Idealiteitprincipe op: een product in zijn meest optimale, uiteindelijke vorm doet zijn werk zonder dat het nog fysiek bestaat. De ideale tandenborstel is een set tanden die altijd schoon zijn. De beste verzekeringspolis past zich onzichtbaar aan aan je dagelijkse gedrag. De meest optimale bandenplakset is een band waarin geen gaatjes kunnen komen.

Even helemaal in de zenboeddhistische modus en het wordt je vanzelf duidelijk: hoe verbeter je een scrollwiel? Haal het weg.

Ik hoop dat we in de komende jaren regelmatig door zulke buien van verlichting worden overvallen. We zullen het hard nodig hebben, want de technologie maakt het makkelijker dan ooit om onze gebruikers een waar pandemonium op de desktop voor te schotelen. Het heeft even geduurd, maar ondertussen hebben we alle beperkingen van de toch wat Spartaans aandoende Internetbrowser weten te neutraliseren. Het begon in een grijs verleden al met die irritante Java-applets en anno 2007 kunnen we met platformen als AJAX, Macromedia’s Flex en het zeer recente Silverlight van Microsoft onbeperkt onze gang gaan bij het creëren van de meest creatieve en uitbundige gebruikersinterfaces. Enige standaardisatie zit er niet in en je weg vinden op een Internetpagina of in een applicatie kan zo elke keer weer op een ware ontdekkingstocht uitlopen.

Toeters en bellen, wordt de belevenis er werkelijk beter van?

Kortgeleden werd een bètaversie van Tafiti gelanceerd: een zeer kleurrijke, uiterst speels ontworpen ‘rijke gebruikersinterface’ bovenop Microsoft’s Live zoekmachine. Kies zelf maar wat uiteindelijk het meeste aanslaat: een plaatje van een boom waarin de bladeren aan de takken de zoekresultaten zijn of gewoon die hele lege, witte Google zoekpagina.

Hoe verbeter je een gebruikersinterface? Haal hem weg.


Gepubliceerd in Software Release Magazine nr. 6, september 2007

donderdag, september 27, 2007

Un-babel

En voor de liefhebbers, de gepimpte Engelstalige versie van mijn 'Ontbabelen' column op Capgemini's CTO blog.

IT Executive column: Ontbabelen

Pin me niet vast op mijn Bijbelvastheid, maar het waren de afstammelingen van Noach die in de vlakte van Sinear de stad Babel stichtten. Onder de bezielende leiding van ene Nimrod werd aan een toren gebouwd die tot aan de hemel zou reiken. Daar kom men zulke eensgezinde voortvarendheid niet waarderen - het paste waarschijnlijk niet in het goddelijke masterplan - en er werd daarom stevig ingegrepen. Iedereen begon spontaan een eigen taal te spreken en in de kakelbonte verwarring die ontstond verspreidde het volk zich uiteindelijk in ongecoördineerde zwermen over de wereld.

Het kan niet anders, of we hebben hier de bloedlijn van de meeste IT'ers te pakken.

Want zeg nou zelf: de hardnekkige neiging om met megalomane bouwwerken aan de slag te gaan lijkt genetisch bepaald. En het vermogen om dezelfde taal te spreken is niet uitbundig ontwikkeld. Dit laatste wordt vooral duidelijk als het IT-volk in een dialoog probeert te raken met de klant: na al die jaren van schoorvoetend co-existeren blijft het een kwestie van handgebaren en rauwe keelklanken. Maar ook onderling wordt er weinig vloeiend gecommuniceerd. De IT-industrie kent niet alleen veel te veel verschillende programmeertalen, maar wordt ook geteisterd door een overvloed aan incompatibele documentformaten, methoden, ontwerptechnieken en tools. Van een gedeeld begrippenkader kun je niet spreken en het is tekenend voor de onvolwassenheid van het vakgebied dat er geen helderheid is over rollen en competenties.

Op zich hoeft al dat onvermogen geen problemen op te leveren. Je trekt je terug op je eigen, knusse IT-afdeling en brabbelt een eigen taaltje. Lekker onderling dat Zuidbulgaarse bergdialect spreken en de boze buitenwereld is minimaal 3 stevige dagmarsen verwijderd.
Maar nu gedistribueerd, offshore ontwikkelen de norm wordt en klanten schreeuwen om geïntegreerde oplossingen, kunnen we er niet omheen: we zullen hoe dan ook dezelfde taal moeten spreken. Het is daarom niet verwonderlijk dat er zoveel nadruk ligt standaards. En dan vooral van het type open en wereldwijd. Voorbeelden te over. Heemskerk gooit er zijn beleidsplan 'Nederland open in verbinding' tegenaan: alle ministeries binnen een jaar aan standaards zoals het Open Document Format. XBRL rukt snel op als de standaard manier om financiële gegevens uit te wisselen. OpenUP is de eerste publieke methode voor systeemontwikkeling. COBIT wordt breed aanvaard als een referentiemodel voor de activiteiten van een IT-afdeling. En de Open Group kondigde onlangs een globale standaard voor de certificering van IT-professionals aan.

Ontbabelen, een mooi woord voor op de herfstagenda. Nog niet bekend in de Dikke van Dale, want het blijft natuurlijk wel gewoon taal.


Gepubliceerd in IT Executive, 26 september 2007. Meer columns van Ron Tolido hier.

maandag, september 24, 2007

We want Windows Classic

Ik kom er uitgebreid op terug in een column die ik alweer twee weken geleden naar Software Release Magazine verstuurde (het nummer is nog niet uit, dus publiceren kan nog niet): als Apple het kan, kan Microsoft het ook. Gewoon je oude rommel een beetje pimpen en het 'classic' noemen en de spullen vliegen de winkel uit. Nu zelfs de eerste de beste 14-jarige puber pertinent weigert op een PC te werken met Vista, lijkt het me hoog tijd voor Windows Classic: een licht opgefriste versie van Windows XP voor een zacht prijsje. De specificaties zijn begerenswaardig: het werkt, het is snel, het is vertrouwd, het herkent randapparaten; allemaal van die fijne kwaliteiten die we in een recent verleden nog zo vanzelfsprekend vonden.

Niks downgraden, gewoon peilloos hip zijn in retro-stijl. Marketeers in Redmond, tot zover uw gratis advies.

vrijdag, september 21, 2007

BNR over Open - the archives

Voor wie allemaal nog eens wil nagenieten van de uitzending gisterenavond op Business Nieuws Radio over open source en open standaards, verwijs ik graag naar de volgende essentiële links: een kort verslag op de site van ososs.nl, het blog van de ondervragende journalist Herbert Blankesteijn en op dezelfde site een handige lijst van downloadables, waaronder het streaming verslag van het interview (inclusief de ruzie met een piepende microfoon in de eerste minuut).

donderdag, september 20, 2007

IT Specialist Certification leidt tot Ontbabelen

Op het moment van dit schrijven werk ik aan een nieuwe column voor IT Executive. De werktitel is 'Ontbabelen' en de meeste hoofdbrekens die ik heb worden veroorzaakt door de uitdaging dit werkwoord straks te vertalen naar een Engelse versie, zodat Capgemini's CTO blog er ook iets mee kan.

Eh... 'to De-babel' ? Of toch maar 'to Un-babel'?

Mocht u vandaag goede suggesties hebben, dan verneem ik ze uiteraard graag.

Het stuk gaat over de opkomst van open standaards, waarmee veel van de Babylonische spraakverwarring in ons vakgebied kan worden bestreden. Eén van zulke standaards is de IT Specialist Certification standaard die kortgeleden door de Open Group werd gelanceerd. Ik kan me nog precies de dag in Lissabon herinneren dat ik samen met Andras Szakal van IBM besloot dat de wereld misschien wel op zo'n standaard zou zitten wachten. En krap een jaar later zijn we een eind op weg. Neemt u er even een willekeurig persbericht op door, google het onderwerp wat of verdiep u anders gewoon in de officiële aankondiging.

BNR doet Open

Vandaag - donderdag 20 september - zit u natuurlijk allen weer aan de radio gekluisterd, luisterend naar al het belangrijke wereldnieuws van BNR, Business Nieuws Radio. Even erop afstemmen om 8 uur 's avonds en u zou meneer Tolido wel eens kunnen tegenkomen, verwikkeld in een gezellige studiodiscussie over open source en standaards binnen de overheid. Vooral even live streamend meeluisteren (het juiste icoon vindt u rechtsonder op de home page van BNR) of anders straks het thema nazoeken in het archief.

dinsdag, september 18, 2007

Advies aan de overheid

Je wordt samen met een aantal andere 'big shot's uit de ICT' (niet mijn woorden, we houden het even op journalistieke dichterlijkheid) door de Automatisering Gids benaderd om je mening te geven over de potentiële rol van ICT in de troonrede. Natuurlijk komt het hele onderwerp niet in de Troonrede terug, maar het lijkt toch tot een fraaie lijst van bespiegelingen. Het artikel geeft vervolgens professor en ex-collega Daan Rijsenbrij de gelegenheid om in een reactie ongevraagd eens lekker zo'n beetje de hele ICT-markt de mantel uit te vegen. Letterlijk iedere geïnterviewde komt aan de beurt, in wat je - zonder voorkennis en inzicht - geneigd zou zijn af te doen als een rabiate tirade.

Zelf mag ik van prof Daan niet suggeren dat de overheid misschien wel eens wat meer innovatieve projecten zou kunnen uitvoeren. Er gaan al veel te veel projecten mis en laat de overheid daar eerst maar eens grip op krijgen, daar komt het naar de mening van Daan op neer.

Soms prijs ik me gelukkig dat ik me in mijn baan met méér mag bezighouden dan alleen wat er in Nederland gebeurt. Innovatieve trajecten in landen als Denemarken, Groot-Brittanië en Canada geven de broodnodige zuurstof, alleen al om van de spruitjelucht af te komen.

Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Zo kennen we elkaar weer in Swifterbant en omstreken. Met dank aan de nuancerende bewoordingen van Daan Rijsenbrij, die - ik zou bijna zeggen gelukkig voor iedereen binnen en buiten de Overheid - alles netjes in een 7-punts manifest weet samen te vatten. Tegen die tijd weten we allang waar het wringt:

Waarom hebben we Daan eigenlijk niet gelijk gebeld?

IT Excutive column: Naakte Troonrede

“Leden van de Staten-Generaal,

U kunt zich voorstellen dat ik me in mijn positie als vorstin nu wat ongemakkelijk voel. Ik word immers geacht met deze troonrede een primeur te verschaffen, de apotheose van maandenlang keihard werken door alle departementen. In plaats daarvan lekten belangrijke delen van deze uiteenzetting en de miljoenennota lang van tevoren uit. En – naar ik mag toevoegen – dat was niet bepaald de eerste keer. Zowel de oude als nieuwe media, ik noem RTL Boulevard, het radioprogramma Evers Staat Op en het weblog GeenStijl, hebben enthousiast bijgedragen.

Geef ze eens ongelijk. We leven in één grote vissenkom waarin nog maar heel weinig informatie achtergehouden kan worden. Zelfs op het paleis loopt de hofhouding met USB-sticks rond en we kunnen slechts gissen naar de creativiteit waarmee de ambtelijke Blackberries ondertussen worden gebruikt.

Ik moet zeggen dat de dienstverlening aan de burger er een stuk beter voor zou staan als de departementen ook de rest van het jaar zo enthousiast informatie zouden uitwisselen.

Of dwaal ik nu af?

Misschien moeten we dat rouwproces maar door en accepteren dat ook het overheidsapparaat een Naked Corporation is geworden. Sterker nog, we zouden transparantie in ons voordeel kunnen gebruiken. We zouden Internet kunnen gebruiken als een middel om onze beleidmakers en het volk aan elkaar te koppelen. Een beetje in de stijl van de sociale netwerken die we steeds vaker op het web tegenkomen. Stelt U zich voor: we zouden de troonrede het hele jaar en plein public in de steigers hebben staan. Het eindresultaat zou er beter van worden en ik weet zeker dat we meer steun zouden krijgen voor zulke collectieve plannen op Prinsjesdag.

Ik heb het tegen Jan Peter gezegd: beetje jammer dat je honderd dagen lang met Jan en alleman over de beleidsvoornemens hebt gepraat en daarna niet eens een publiek Hyves-clubje voor ze hebt opgericht. Gewoon om het momentum erin te houden. Wouter vindt het volgens mij trouwens ook een goed idee, maar die had het gisteren te druk met het corrigeren van zijn profiel op Wikipedia.

Ik denk dat we er in het komende jaar een paar IT-projecten aan moeten wijden. Niet te groot, want correct aanbesteden blijft een vak apart.

Dat is het verder wel zo’n beetje. Ik heb nog wat dingetjes over samen bouwen aan een duurzame samenleving, iets met het klimaat en ook nog wat over zoet en zuur. Maar downloadt U zelf het hele verhaal van www.nu.nl. Kan al sinds vorige week.”

Column gepubliceerd in IT Excutive, 12/9/2007

maandag, september 10, 2007

Google Apps groeien op

Voor het geval u het gemist had: Capgemini gaat iets Groots en Meeslepends met Google Apps doen. Er wordt ondertussen op alle bekende plekken aandacht besteed, maar Nicholas Carr wist toch weer wat smeuïerige uitspraken aan mijn Britse Capgemini collega annex loudmouth Steve Jones (hier overigens zijn vaak zeer amusante blog over SOA) te ontlokken. Voor de nette Nederlandse versie raadpleegt u gewoon de Automatisering Gids.

donderdag, september 06, 2007

iPodification leads to Nothing

I have always argued that Steve Jobs should never touch that iPod Scroll Wheel. Simple things should stay simple. But who am I to argue when he continues his fascinating ‘delete the button’ act with the new iPod Touch: essentially an iPod (and Wifi enabled Internet device, really) with just a touch-sensitive screen to control it?
It’s yet another compelling demonstration of the ongoing iPodification of computers: we start to get used to ‘non computer-like’ devices as the primary access channels to information, transactions and interactions. On one hand, these devices become smaller, flatter and simpler. And on the other hand, we may find ourselves sitting around it, running on it or hitting with it.

More on Capgemini's CTO blog.

woensdag, september 05, 2007

Columns IT Executive

Voor de liefhebber: de firma Kluwer heeft ondertussen zijn content management systeem op orde. Nu kunnen al mijn IT Executive columns warempel vanaf één handzame pagina worden bekeken.

iPod Classic kapot

Gek hè. Uitgerekend vandaag heeft mijn Apple iPod Scrollwheel first generation het definitief begeven. Niet meer te redden, iets met een schijf die niet meer wil opstarten. Jammer, net nu het ding 'classic' mag worden genoemd...

zaterdag, september 01, 2007

Software Release Magazine column: CRASH

Mijn vakantie zat er bijna op. En dat zou ik weten ook. Op de snelweg vanuit de Elzas stopten we bij een gloednieuw benzinestation; zo’n lekker megalomaan, innovatief geval waarop de Fransozen het patent hebben. Ik probeerde te tanken, maar er kwam geen benzine door de slang. Op de display van de pomp verscheen een cryptische foutmelding en toen ik om me heen keek zag ik overal wachtende automobilisten staan, blijkbaar getroffen door hetzelfde probleem. De zenuwachtig ogende eigenaar kwam net het gebouw uitlopen en verzekerde ons dat we binnen enkele minuten weer zouden kunnen tanken. “We hebben een eh… klein informaticagevalletje” legde hij uit.

Het lag dus aan de computer.

Nee, dat verklaarde alles.

Het groepje potentiële klanten berustten in het aangezicht van zoveel overmacht. Na bijna een kwartier van lamlendig wachten begon de stemming echter merkbaar om te slaan. In een half dozijn verschillende talen werden steeds cynischere snedigheden uitgewisseld. Sommige automobilisten vertrokken in de richting van het volgende benzinestation, maar aan de achterkant zwol de groep van nieuwkomers steeds verder aan. Een vrouwenstem riep om dat het leed nu binnen 5 minuten zou zijn geschied. Ik neem achteraf tenminste aan dat ik cinq minutes juist heb vertaald. Of zal het toch hebben gestaan voor we hebben geen flauw idee hoelang deze potsierlijke ellende nog gaat duren?

Er gebeurde in ieder geval nog steeds niets. Ik rook bloed en besloot eens poolshoogte te nemen in het gebouw. Achter de kassa zat de ondertussen lijkbleke eigenaar, in gezelschap van een lethargisch ogende jongeman, zonder twijfel de lokale IT-specialist. Om onduidelijke redenen hadden beide heren een fluorescerend oranje veiligheidsvest aangetrokken. Dit gaf wel een extra dimensie aan de ernst van de situatie en ik zie daarom dit accessoire opduiken als een niet te missen mode-item op menig helpdesk dit najaar.

Er werd zo nu en dan vruchteloos met een muis geklikt en uit de holle blik waarmee de beide heren naar het beeldscherm staarden kon je afleiden dat ze naar een zandlopertje keken dat maar niet wilde weggaan. Toen de eigenaar een opstart-CD tevoorschijn haalde, wist ik genoeg. Ik moest terugdenken aan het driestappenplan voor niet werkende systemen dat ik ooit van een mij uiterst dierbare beheerster leerde:

1. Ga na of de licenties betaald zijn.
2. Check of het systeem wel aan staat
3. Herstart de boel

In de praktijk loste zij 90% van alle problemen hiermee binnen enkele ogenblikken op. Terwijl de ijskoude wind van de airconditioning over mijn ruggengraat streek wist ik echter verpletterend zeker dat haar aanpak in dit Franse IT-enabled benzinestation deze keer niet zou werken.

Ik stapte in mijn auto en reed door naar het volgende station. Onderweg bedacht ik me dat ik een uniek, doch treurig moment in de geschiedenis van de IT had meegemaakt. Ik wist dat applicaties konden vastlopen. En een paar jaar geleden hadden de geneugten van software er al voor gezorgd dat ook mobiele telefoons spontaan konden bevriezen. Voorts keken we er allang niet meer van op als je een dag lang niet kon internetbankieren. Maar een crashend benzinestation, dat zette nieuwe diepterecords. Een semispirituele bijna-dood-ervaring die me verder de hele terugweg heeft beziggehouden.

Software will crash. We zijn nog steeds pioniers in een nauwelijks in kaart gebracht vakgebied.

Thuis aangekomen vernam ik dat Windows Vista niet mag worden gebruikt op de Olympische spelen in China. Zou nog niet stabiel genoeg zijn. Je ziet al voor je dat het hink-stap-springen moet worden gereboot vanwege een softwarefoutje. En niemand weet natuurlijk wat 5 minuten is in het Chinees.

Gepubliceerd in Software Release Magazine Nummer 5, Augustus 2007.