Mijn vakantie zat er bijna op. En dat zou ik weten ook. Op de snelweg vanuit de Elzas stopten we bij een gloednieuw benzinestation; zo’n lekker megalomaan, innovatief geval waarop de Fransozen het patent hebben. Ik probeerde te tanken, maar er kwam geen benzine door de slang. Op de display van de pomp verscheen een cryptische foutmelding en toen ik om me heen keek zag ik overal wachtende automobilisten staan, blijkbaar getroffen door hetzelfde probleem. De zenuwachtig ogende eigenaar kwam net het gebouw uitlopen en verzekerde ons dat we binnen enkele minuten weer zouden kunnen tanken. “We hebben een eh… klein informaticagevalletje” legde hij uit.
Het lag dus aan de computer.
Nee, dat verklaarde alles.
Het groepje potentiële klanten berustten in het aangezicht van zoveel overmacht. Na bijna een kwartier van lamlendig wachten begon de stemming echter merkbaar om te slaan. In een half dozijn verschillende talen werden steeds cynischere snedigheden uitgewisseld. Sommige automobilisten vertrokken in de richting van het volgende benzinestation, maar aan de achterkant zwol de groep van nieuwkomers steeds verder aan. Een vrouwenstem riep om dat het leed nu binnen 5 minuten zou zijn geschied. Ik neem achteraf tenminste aan dat ik cinq minutes juist heb vertaald. Of zal het toch hebben gestaan voor we hebben geen flauw idee hoelang deze potsierlijke ellende nog gaat duren?
Er gebeurde in ieder geval nog steeds niets. Ik rook bloed en besloot eens poolshoogte te nemen in het gebouw. Achter de kassa zat de ondertussen lijkbleke eigenaar, in gezelschap van een lethargisch ogende jongeman, zonder twijfel de lokale IT-specialist. Om onduidelijke redenen hadden beide heren een fluorescerend oranje veiligheidsvest aangetrokken. Dit gaf wel een extra dimensie aan de ernst van de situatie en ik zie daarom dit accessoire opduiken als een niet te missen mode-item op menig helpdesk dit najaar.
Er werd zo nu en dan vruchteloos met een muis geklikt en uit de holle blik waarmee de beide heren naar het beeldscherm staarden kon je afleiden dat ze naar een zandlopertje keken dat maar niet wilde weggaan. Toen de eigenaar een opstart-CD tevoorschijn haalde, wist ik genoeg. Ik moest terugdenken aan het driestappenplan voor niet werkende systemen dat ik ooit van een mij uiterst dierbare beheerster leerde:
1. Ga na of de licenties betaald zijn.
2. Check of het systeem wel aan staat
3. Herstart de boel
In de praktijk loste zij 90% van alle problemen hiermee binnen enkele ogenblikken op. Terwijl de ijskoude wind van de airconditioning over mijn ruggengraat streek wist ik echter verpletterend zeker dat haar aanpak in dit Franse IT-enabled benzinestation deze keer niet zou werken.
Ik stapte in mijn auto en reed door naar het volgende station. Onderweg bedacht ik me dat ik een uniek, doch treurig moment in de geschiedenis van de IT had meegemaakt. Ik wist dat applicaties konden vastlopen. En een paar jaar geleden hadden de geneugten van software er al voor gezorgd dat ook mobiele telefoons spontaan konden bevriezen. Voorts keken we er allang niet meer van op als je een dag lang niet kon internetbankieren. Maar een crashend benzinestation, dat zette nieuwe diepterecords. Een semispirituele bijna-dood-ervaring die me verder de hele terugweg heeft beziggehouden.
Software will crash. We zijn nog steeds pioniers in een nauwelijks in kaart gebracht vakgebied.
Thuis aangekomen vernam ik dat Windows Vista niet mag worden gebruikt op de Olympische spelen in China. Zou nog niet stabiel genoeg zijn. Je ziet al voor je dat het hink-stap-springen moet worden gereboot vanwege een softwarefoutje. En niemand weet natuurlijk wat 5 minuten is in het Chinees.
Gepubliceerd in Software Release Magazine Nummer 5, Augustus 2007.
zaterdag, september 01, 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
het wordt tijd dat wij eens digitaal gaan afspreken ergens een hapje te gaan eten in het prettige gezelschap van mooie vrouwen...enne...in elk geval 1 lange......
Een reactie posten