vrijdag, april 27, 2007

Jericho Stijl Beveiliging deel II

Deze week in het geweldige IT kwaliteitsmagazine Automatisering Gids het tweede en laatste deel van mijn artikelreeks over Jericho Stijl Beveiliging: 11 geboden om te overleven in een wereld zonder firewalls. Hier voor de liefhebbers de PDF.

donderdag, april 26, 2007

Groeten uit Berlijn

Even groetjes uit Berlijn, waar ik dit korte item schrijf op een 'Compaq nc6320' (mis ik iets? Er zit wel een Centrino Dual Core in, dus niet van de afdeling fossielen) in het webpaviljoen van HP's jaarlijkse Technology Event. HP pakt eens per jaar eens lekker uit voor alle klanten en heeft daar deze keer de Berliner Messe voor afgehuurd, een spuug- en spuuglelijke betonklont die zich qua uiterlijk kan meten met het graniet van Terminal 1 op het vliegveld van Parijs. Zelf mag ik straks in een breakout-sessie iets vertellen over Mashup Corporations, een best wel andere visie op hoe je serviceorientatie en WEb 2.0 kunt gebruiken om succesvol te zijn.

woensdag, april 25, 2007

IT-Executive wacht op Godot

Vanaf nu publiceer ik een twee-wekelijkse column in het nieuwe blad IT-Executive ("het magazine voor 24.500 IT-managers en businessmanagers met veel verantwoordelijkheid en weinig tijd").

Hieronder mijn eerste column.

Wachten op Godot

Heeft iedereen ondertussen een eigen zakelijk optrekje in Second Life laten ontwerpen? Nu zelfs de gemeente Zoetermeer een flinke hap uit de innovatiepot heeft genomen om een virtueel gemeentehuis neer te zetten, is de achterstand anders al geducht. En reken maar dat het druk is de virtuele gangen: journalisten, consultants, marketeers: hun haastig in elkaar geflanste avatars krioelen om elkaar heen om vooral maar niet de pointe te missen. Bewoners van Zoetermeer zul je er niet snel tegenkomen. En al helemaal geen raamambtenaren. Dat laatste zou wel eens een kwestie van tijd kunnen zijn, want in Second Life is Niets het altaar en draaien de hogepriesters er al lanterfanterend kringetjes omheen.

Geld verdienen met niets, het is eerder vertoond in de IT. En met Second Life kan het op veel manieren. Je kunt er bijvoorbeeld columns over schrijven. Of je kunt er een televisierapportage aan wijden. Ook kun je erover adviseren aan organisaties die hebben gehoord dat een niet te missen revolutie voorbij dendert. Of nog mooier, je specialiseert je in het bouwen van presences in Second Life, voor al die hijgerige, oningewijde klanten die als de dood zijn de boot te missen,

En anders kun je er altijd nog een baantje nemen. Zo heeft Randstad uitzendbureau een virtuele vestiging. Heel inspirerend. Kun je bijvoorbeeld fietsenmaker worden. Dan verkoop je in een virtuele winkel virtuele fietsen aan virtuele klanten (opvallend vaak als spectaculaire blondines vormgegeven) die er daarna al virtueel manoeuvrerend mee door de straten van Second Life paraderen. Iedereen jaloers! En heel begrijpelijk: eindelijk de wereldbaan die je in het normale leven allang niet meer tegenkomt.

Jammer van de ABN Amro. Die hebben het net niet helemaal begrepen. Zoeken ze iemand om in de huid kruipen van hun 3D gastvrouw Amber (proef even van de krankzinnige creativiteit achter deze naam, bij de ING-bank hebben ze strak Inge), krijgen ze er tientallen sollicitaties op. Op het scherm is de een nog vlotter dan de ander. Maar de finale kandidaten moeten wel even op het echte kantoor van ABN Amro langskomen. In Real Life, als het ware. Dat zal een paniek hebben gegeven, in al die schuwe koppetjes. Volgens de bank moet je de kandidaten 'toch in het echt zien om de keus te kunnen maken'. Typisch geval van het punt op meerdere straatlengtes missen.

Na alle doorstane emoties is er ’s avonds gelukkig weer de escapistische vertrouwdheid van Second Life. Vlak naast het gemeentehuis is een 3D schouwburg opgericht en heden speelt Wachten op Godot: twee lusteloze, als zwervers ontworpen avatars wachten de komst van de mysterieuze meneer Godot af.

Die schijnt eindelijk alle antwoorden te hebben.

zaterdag, april 21, 2007

Billionaire in space

Als ik dan toch allerlei stukjes schrijf over de ruimtereis van Charles Simonyi, dan kan er ook nog wel een recente video van Craig Fergusson af. Charles is namelijk nogal innig bevriend met de in de US zeer bekende Martha Stewart. Vanaf dat moment is het een kwestie van inkoppen...

vrijdag, april 20, 2007

Rocket Science - preview

Geheel terecht werd ik er onlangs door een anonieme lezer op gewezen dat ik een wel heel flauw stuk had geproduceerd: mijn item over kosmonaut annex superprogrammeur Charles Simonyi was makkelijk, melig, slecht geformuleerd en ook nog eens flinterdun.

Zo goed?

Omdat Charles op dit moment van schrijven op het punt staat terug te keren in de dampkring (altijd weer spannend, wie kent het gevoel niet) deel ik alvast een klein deel uit de column 'Rocket Science' die ik zojuist voor Software Release Magazine schreef:

"....Valt er altijd nog wel wat te wensen voor een mens? In sommige gevallen ben je geneigd te denken van niet. Nemen we bijvoorbeeld Charles Simonyi, een bovengemiddelde begaafde programmeur uit Hongarije die rond 1980 bij een bescheiden startup-bedrijfje in Redmond ging werken. Dat deed hij overigens nadat hij bij Xerox Parc met legendes als Alan Kay en Robert Metcalfe aan kleine, geinige projecten (de eerste WYSIWYG editor ter wereld, doe eens iets vrijblijvends) had gesleuteld. Als je bij Microsoft zo’n beetje personeelsnummer 4 had en je hebt daar aan de basis gestaan van zowel Word als Excel, dan kun je vaktechnisch gezien een deuk in een pakje boter slaan. Financieel trouwens ook wel: Simonyi staat bekend als een actieve filantroop, met een nadrukkelijke voorkeur voor het steunen van kunst en cultuur.

Blijkbaar heeft hij ook nog een klein potje voor zichzelf bewaard, want kortgeleden kwam hij in het nieuws als de toerist die voor 18 miljoen mee mocht vliegen in een Sojoez voor een tripje naar het International Space Station. De bemanning had daar voor 12 dagen werk, dus Simonyi zal in afwachting van de terugreis zeeën van vrije tijd hebben gehad. Voor de vorm had men wat wetenschappelijke experimenten verzonnen die moesten worden uitgevoerd. Maar de verzamelde Russische en Amerikaanse onderzoekslaboratoria zullen niet met klamme handen van spanning op Charles’ resultaten hebben zitten wachten. Nee, er zullen genoeg van die contemplatieve momenten zijn geweest waarop Simonyi mijmerend voor het patrijspoortje zat en uitkeek over die blauwe bol die onder hem doordraaide....
"

dinsdag, april 17, 2007

Intel inside nu ook van buitenaf

Ik kan er veel woorden aan wijden, maar dat heb ik al in eerste instantie gedaan. Daarom hier maar even een van de vele persberichtjes over de lancering van de Intel Mobile Pro chipset. Een kort citaat van mij in het persbericht doet veel voor de persoonlijke Google Quotient. Ook leuk in het Pools, eh Tjechisch.

maandag, april 09, 2007

The sky is the limit...

... zeggen ze geloof ik dan. Het ene moment is hij nog met ondergetekende in een Frans kasteeltje in gesprek over fascinerende, nieuwe manieren om te modelleren en code te genereren, het volgende moment zit multimiljardair annex aanstichter van Microsoft Word Charles Simonyi in een Sojoez-raket op weg naar het ISS ruimtestation. En dat voor het koopje van 18 miljoen Euro. Hoeveel programmatuur zal er nou aan boord van zo'n Sojoez draaien en hoe goed is dat spul getest? Niet aan denken, Charles: het is maar software.

vrijdag, april 06, 2007

Jericho-stijl: beveiligen zonder muren

Vandaag gepubliceerd in de fantastische, extreem professionele, zeer sympathieke Automatisering Gids (neem aan dat ik nu genoeg geslijmd heb om de copyrights te kunnen omzeilen) mijn eerste artikel in een tweedelige reeks over J-style security. Lees: wat doe je als security-expert als je op geen firewall meer kunt vertrouwen en alle werknemers van het bedrijf met een USB-stick aan hun sleutelbos lopen? Hier de PDF. Inclusief een uiterst verdienstelijke illustratie van de opvallend begaafde, zeer getalenteerde, ja bijna spirituele tekenaar Jos Thommassen.

6-word IT Stories

No doubt many of you are preparing for the Easter weekend. And just to prevent that you have to spend it in boredom and lethargy, I would like to invite you to join us in publishing your personal 6-Word IT Story. Hemingway once did it: “For sale: baby shoes, never worn” and he claimed it was his best story ever. Wired did a nice round last autumn (including a good story from Eileen Gunn: "Computer, did we bring batteries? Computer?") and The Guardian recently organised a similar challenge. But this time it’s different: this time were asking you, IT / business / architecture / software / transformation / innovation people to share your most thrilling adventures with us in the shortest possible way. Is it true that even the essence of our complex lives can be expressed in just 6 words? We’ll be anxiously watching the comments. To get you started, here’s a few of our own, very mediocre 6-words IT stories. You can do better!

Floated for days, could not blog.

Deadline approaching. We must act before

“When MSN crashes, society ends” (daughter).

Mumbai traffic was only the beginning.


(Dit item publiceerde ik zojuist op Capgemini's CTO blog. Allemaal Engelstalig, dat begrijpt u wel. Maar in de comments alhier zijn we natuurlijk vooral geïnteresseerd in Nederlandstalige bijdragen. Doe uw best! En een zomers Paasweekend gewenst.)

woensdag, april 04, 2007

Hebben Pinguins Lange Staarten?

Zit ik ergens in de Long Tail? Ik denk het wel, gegeven het feit dat ik vandaag na lang zoeken een Duitse website wist te vinden waarop ik Schlagende Wetter kan bestellen. Dat is een verloren gewaande CD uit 1982 van Kowalski, een band uit het Ruhrgebied die toentertijd zo snoeihard speelde dat ik nu nog regelmatig hele stukken van conversaties mis.

Wie nog helemaal aan het begin van die cyclus staat is de schrijver Philip Pullman. Want hoewel hij het eerste deel van zijn volstrekt briljante Dark Materials trilogie al in 1996 publiceerde, moet zijn wereldfaam nog volgen. En die gaat zeker komen met de verfilming van Het Gouden Kompas, in de bioscopen aan het einde van dit jaar (schrijf deze voorspelling maar weer in de agenda, even checken in december).

Het verhaal gaat dat Pullman al zijn verhalen schrijft in een klein schuurtje in de achtertuin van zijn huis. Een dichterlijk cliché beeld dat intuïtief aanspreekt. Volmaakt geïsoleerd, losgekoppeld van de rest van de wereld, komt hij blijkbaar tot zijn meest briljante inzichten, creëert hij dat volstrekt unieke universum dat centraal staat in zijn boeken. Dat brengt me terug bij een vraag die ik al eerder stelde: worden resultaten beter naarmate er door meer mensen aan wordt gewerkt? Of, om het nog maar eens concreet te maken: in het tijdperk van open innovatie, open source en web 2.0: kun je een massa mensen zo laten samenwerken dat ze een boek schrijven dat over 30 jaar nog steeds elke dag besteld wordt?

Als we naar de resultaten van A Million Penguins kijken – een gezamenlijk experiment van de Penguin uitgeverij en de Universiteit van Leicester – ben je geneigd de vraag bevestigend te beantwoorden. Maar niet bepaald omdat het uiteindelijke resultaat zo fantastisch leesbaar is. Het zijn meer de psychologische en sociale inzichten die zijn opgedaan, die het leuk als standaardwerk zouden doen. Kan ook haast niet anders als in totaal 1500 schrijvers de handen ineenslaan om via een collaborative wiki een novelle te schrijven. Zonder enige afspraken vooraf, zonder structuur, zonder richting. En dan hebben we nog geluk dat schrijvers in het geheel geen last hebben van een ego en zich zonder uitzondering kwetsbaar en gevoelig opstellen in intermenselijke uitwisselingen.

Het resultaat is een bizarre mengeling van stijlen en verhaalwendingen. Ik heb wel eens geleerd dat de eerste zin van een boek het succes bepaalt. Welnu, aan overrompelende openingen op zich geen gebrek. Mijn favoriet: “Fluffy the cat was both alive and dead. It was a fairly tricky position for a cat to be in, but as Fluffy didn't know any better she didn't seem too concerned.”
Veel meer kun je niet over het leven zeggen.

Maar dit terzijde.

En dat is nog maar gewoon de beginzin van de vijfde paragraaf in de eerste sectie. In dezelfde sectie komen we een mistige barscene in Riga tegen, een walvis die nieuwsgierig kijkt hoe reuzengarnalen met blinkende witte tanden een scheepswrak omcirkelen en tientallen andere onderwerpen, personages en situaties. En dan hebben we nog eens 6 secties te gaan van de novelle, waarin het pandemonium zich ongestoord verder ontwikkelt. Leuk als een verslag van een week vol koortsachtige, door drank aangemoedigde ijldromen. Maar waardeloos als coherent, bruikbaar eindresultaat.

In een vroeg experiment als dit op het Internet loop je onvermijdelijk tegen vandalisme en meligheid aan. Terwijl de novelle zich ontwikkelde, moest worden afgerekend met pornografie en flauwe, spelbedervende bijdragen. Ook wierp zich een onbekende schrijver op die om ondoorgrondelijke redenen alle hoofdrolspelers omvormde tot bananen. In de ware web 2.0 stijl werd er een uitgebreide, online discussie aan gewijd die uiteindelijk leidde tot de verbanning van de banaan naar een eigen, aparte novelle.

Een goed boek ontstaat dus blijkbaar niet spontaan door er zoveel mogelijk mensen aan te laten schrijven. Evenzeer zal in het zakenleven een offerte niet per se succesvoller worden door er de Power of the Crowd tegenaan te gooien. En uit mijn eigen waarneming bij Capgemini weet ik dat kennisobjecten niet zomaar beter worden door ze via een maximaal aanpasbaar, collaborative wiki te kunnen invoeren en aanpassen. Het komt blijkbaar nog altijd aan op leiderschap: de visie en voorwaarts energie van geïnspireerde individuen maakt het verschil tussen een kakelend pandemonium en een doelgericht, aansprekend resultaat. En misschien moet je daar inderdaad eerst even voor in een verlaten tuinhuisje zitten voordat je het materiaal op het web 2.0 loslaat.

Dat Many Eyeballs dan weer kunnen helpen om het eindproduct scherper, correcter en vollediger te maken, leidt geen twijfel. Maar die bewegen zich meer om de al gemaakte kern heen, als een ware stralenkrans. En dat brengt ons uiteindelijk toch weer terug bij de regels van Eric Raymond, de kroniekschrijver van de Open Source beweging: “I think that the cutting edge of open-source software will belong to people who start from individual vision and brilliance, then amplify it through the effective construction of voluntary communities of interest”.

I Rest My Case zeggen ze dan geloof ik. Linux had Linus Torvals. Apache had Robert McCool en Brian Behlendorf. Jboss had Marc Fleury. Allemaal begaafde individuen met een enorme stralenkrans om hen heen op het Internet. Ze zouden er een boek over moeten schrijven.

Als er maar geen bananen in voorkomen.