Ik vroeg me al af waar ik de afgelopen dagen al die extra belangstelling voor mijn blog aan te danken had. Raadsel opgelost. De prozaïsche waarheid is dat ik kortgeleden een item publiceerde onder de titel Voorspellingen 2007, met daarin wat ongeregelde opmerkingen over Vista, Linux en Apple. Een beetje het bekende werk, als het ware. Duik ik ondertussen in Google via de zoekopdracht 'Voorspellingen 2007' bij de eerste 4 hits op. Teneinde al die arme first-time bezoekers die grootse, meeslepende toekomstvoorspellingen verwachten niet teleur te stellen, wil ik hier best wat vroeg materiaal delen dat de gekke stemmen in mijn hoofd me de laatste tijd hebben verteld over het komende jaar. Later meer.
1. Er worden opnieuw warmterecords gebroken. Met Pasen hebben we de al de eerste officiële hittegolf te pakken. De chocolade-eieren smelten de tuinen uit. Er wordt een opzienbarend onderzoek gepubliceerd dat aantoont dat het broeikaseffect in feite wordt geproduceerd door de uitwerpselen van de steeds talrijker wordende mierenpopulatie.
2. Er komt geen kabinet PvdA - CDA - Christenunie. Wouter Bos is er namelijk niet zo voor om de zondagsrust landelijk in te stellen. En aan de andere kant voelt Rouvoet er weinig voor om verplicht de helft van alle ministers van vrouwelijke kunne te laten zijn, terwijl de andere helft Moslim is. Er komen herverkiezingen, waarbij de SP en GroenLinks glorieus winnen. Maar ook de PvdV. De Partij voor de Dieren lijdt een gevoelig verlies, met name na het bekend worden van de verwoestende effecten van mieren op de atmosfeer.
woensdag, december 27, 2006
vrijdag, december 22, 2006
De Échte Java Mijlpaal
( geschreven voor Software Release Magazine, eerder op dit blog verschenen in het Engels).
Ik weet niet precies wat ik ervan moet denken. Sun heeft eindelijk de code van Java vrijgeven aan de Open Source-gemeenschap. Volgens Sun’s Executive VP Rich Green gaat het om niets minder dan een ‘mijlpaal voor de hele IT-industrie’. Je zou ook kunnen zeggen dat het om een bevestiging gaat van iets dat we al veel langer wisten: er valt eenvoudigweg geen geld te verdienen met het ontwikkelen en onderhouden van een programmeertaal.
Maar goed, een mijlpaal dus. Kijk eens aan. Dat past dan neem ik aan naadloos in de enorme rij van gedenkwaardige momenten die we in de afgelopen tien jaar met Java hebben meegemaakt.
Ik aarzel nog een beetje wat ik tot nu toe de meest indrukwekkende mijlpaal vind.
Misschien is het wel het verschijnen van de eerste applets: van die ellendige stukken code die er veel te lang over deden om te laden in je browser en je vervolgens trakteerden op een gekunstelde animatie of een lachwekkende poging om iets op een invulformulier te laten lijken. Met de komst van Java applets verloor het nog zo jonge principe van de lichtgewicht Internet browser in één klap zijn onschuld. En getuige de bonte kakofonie van niet gestandaardiseerde, maar best wel artistieke ‘plug-in’ gebruikersinterfaces in de browser van nu (hartelijk dank ook aan de enthousiaste navolgers die ons ActiveX en Flash brachten) echoot dit historische Java-moment nog elke dag door.
Of wacht, zal het toch de doorbraak van objectoriëntatie zijn geweest? Met het populair worden van Java is iedereen pas echt goed aan de inheritance en het dynamisch polymorfisme gegaan, evenals vele andere eh.. complexiteitsverlagende concepten. Een van de meest verheffende verworvenheden van objectoriëntatie is wel de nagenoeg volmaakte incompatibiliteit met het principe van relationele databasesystemen: dat heeft geleid tot een reeks van kromme tot zeer briljante oplossingen in de vorm van object-to-relational mappers. Oplossingen voor een probleem dat we zelf met droge ogen in ons vakgebied hebben toegelaten. Met veel moeite een pompoen in een te kleine metalen kubus weten te proppen en er dan nog trots op zijn ook: dat kan alleen in de IT.
Maar laten we eerlijk zijn: de meest memorabele mijlpaal is toch wel dat achteraf ondefinieerbare moment geweest waarop we Java (en daarna het Microsoft-zusje C#, laten we Redmond hier vooral niet vergeten) zijn gaan opvatten als de rechtmatige opvolgers van de 4GL’s van de jaren ’90. Hadden we net de manier gevonden om met simpele, hoogproductieve talen systemen te ontwikkelen die dicht tegen de gebruikersinterface, de database en de bedrijfsvoering aanzaten, wierpen we ons zelf vrijwillig terug naar de Spartaanse taferelen van een generatie eerder. Bijna een ‘pré-3GL’ wereld waarin moeilijkdoenerij en ambachtelijk coderen vanaf de command line de culturele norm waren.
Zou Java ook zo populair zijn geworden als het gewoon ‘OAK’ was blijven heten? Niet te lang over nadenken.
De eerlijkheid gebiedt ons vast te stellen dat Java een mooi gestructureerde, goed doordachte programmeertaal is die bovendien relatief weinig ruimte laat voor beveiligingslekken en bugs door geklungel met geheugen. Bovendien is er een karrenvracht aan goed geoptimaliseerde applicatieservers die Java-programmatuur snel en platformonafhankelijk kunnen draaien. Nu nog zorgen dat we met Java een hogere productiviteit bereiken. En dat kan maar op één manier: zo weinig mogelijk Java coderen. Steek daarom ongemakkelijk veel tijd in het vinden en opzetten van frameworks – al dan niet met dank aan Open Source- zodat het bouwen van oplossingen vooral bestaat uit het invullen van wat nog nét niet helemaal af is. En overweeg serieus modelgedreven ontwikkeling: als de tekenen uit de praktijk ons niet bedriegen wordt het steeds realistischer om het overgrote deel van Java-code uit (al dan niet grafische) businessmodellen te laten genereren. Aan de horizon lonken bovendien al Domain Specific Languages: krachtige talen die speciaal bedoeld zijn om oplossingen voor een bepaald domein in zo weinig mogelijk bewoordingen uit te drukken, waarna helemaal aan het einde – vlak voor de oplevering – mogelijk nog iets aan codegeneratie wordt gedaan.
En dat brengt ons, via een knap verwarrend oponthoud, weer terug naar waar we ons een jaar of tien geleden met 4GL’s zo veelbelovend naartoe bewogen.
Is dat pas écht een mijlpaal, als we straks geen regel Java meer coderen?
Ik weet niet precies wat ik ervan moet denken. Sun heeft eindelijk de code van Java vrijgeven aan de Open Source-gemeenschap. Volgens Sun’s Executive VP Rich Green gaat het om niets minder dan een ‘mijlpaal voor de hele IT-industrie’. Je zou ook kunnen zeggen dat het om een bevestiging gaat van iets dat we al veel langer wisten: er valt eenvoudigweg geen geld te verdienen met het ontwikkelen en onderhouden van een programmeertaal.
Maar goed, een mijlpaal dus. Kijk eens aan. Dat past dan neem ik aan naadloos in de enorme rij van gedenkwaardige momenten die we in de afgelopen tien jaar met Java hebben meegemaakt.
Ik aarzel nog een beetje wat ik tot nu toe de meest indrukwekkende mijlpaal vind.
Misschien is het wel het verschijnen van de eerste applets: van die ellendige stukken code die er veel te lang over deden om te laden in je browser en je vervolgens trakteerden op een gekunstelde animatie of een lachwekkende poging om iets op een invulformulier te laten lijken. Met de komst van Java applets verloor het nog zo jonge principe van de lichtgewicht Internet browser in één klap zijn onschuld. En getuige de bonte kakofonie van niet gestandaardiseerde, maar best wel artistieke ‘plug-in’ gebruikersinterfaces in de browser van nu (hartelijk dank ook aan de enthousiaste navolgers die ons ActiveX en Flash brachten) echoot dit historische Java-moment nog elke dag door.
Of wacht, zal het toch de doorbraak van objectoriëntatie zijn geweest? Met het populair worden van Java is iedereen pas echt goed aan de inheritance en het dynamisch polymorfisme gegaan, evenals vele andere eh.. complexiteitsverlagende concepten. Een van de meest verheffende verworvenheden van objectoriëntatie is wel de nagenoeg volmaakte incompatibiliteit met het principe van relationele databasesystemen: dat heeft geleid tot een reeks van kromme tot zeer briljante oplossingen in de vorm van object-to-relational mappers. Oplossingen voor een probleem dat we zelf met droge ogen in ons vakgebied hebben toegelaten. Met veel moeite een pompoen in een te kleine metalen kubus weten te proppen en er dan nog trots op zijn ook: dat kan alleen in de IT.
Maar laten we eerlijk zijn: de meest memorabele mijlpaal is toch wel dat achteraf ondefinieerbare moment geweest waarop we Java (en daarna het Microsoft-zusje C#, laten we Redmond hier vooral niet vergeten) zijn gaan opvatten als de rechtmatige opvolgers van de 4GL’s van de jaren ’90. Hadden we net de manier gevonden om met simpele, hoogproductieve talen systemen te ontwikkelen die dicht tegen de gebruikersinterface, de database en de bedrijfsvoering aanzaten, wierpen we ons zelf vrijwillig terug naar de Spartaanse taferelen van een generatie eerder. Bijna een ‘pré-3GL’ wereld waarin moeilijkdoenerij en ambachtelijk coderen vanaf de command line de culturele norm waren.
Zou Java ook zo populair zijn geworden als het gewoon ‘OAK’ was blijven heten? Niet te lang over nadenken.
De eerlijkheid gebiedt ons vast te stellen dat Java een mooi gestructureerde, goed doordachte programmeertaal is die bovendien relatief weinig ruimte laat voor beveiligingslekken en bugs door geklungel met geheugen. Bovendien is er een karrenvracht aan goed geoptimaliseerde applicatieservers die Java-programmatuur snel en platformonafhankelijk kunnen draaien. Nu nog zorgen dat we met Java een hogere productiviteit bereiken. En dat kan maar op één manier: zo weinig mogelijk Java coderen. Steek daarom ongemakkelijk veel tijd in het vinden en opzetten van frameworks – al dan niet met dank aan Open Source- zodat het bouwen van oplossingen vooral bestaat uit het invullen van wat nog nét niet helemaal af is. En overweeg serieus modelgedreven ontwikkeling: als de tekenen uit de praktijk ons niet bedriegen wordt het steeds realistischer om het overgrote deel van Java-code uit (al dan niet grafische) businessmodellen te laten genereren. Aan de horizon lonken bovendien al Domain Specific Languages: krachtige talen die speciaal bedoeld zijn om oplossingen voor een bepaald domein in zo weinig mogelijk bewoordingen uit te drukken, waarna helemaal aan het einde – vlak voor de oplevering – mogelijk nog iets aan codegeneratie wordt gedaan.
En dat brengt ons, via een knap verwarrend oponthoud, weer terug naar waar we ons een jaar of tien geleden met 4GL’s zo veelbelovend naartoe bewogen.
Is dat pas écht een mijlpaal, als we straks geen regel Java meer coderen?
Thoughts on Innovation. Straight from Siberia.
Voor de niet weg te treiteren liefhebber hier weer de Engelse versie van mijn vorige blog-item over innovatie:
What were they thinking, the strategists from Wal-Mart, Intel and British Petroleum when they were laying their tiny little plan for a new electronic health records system? Or let’s rephrase this: how are innovations created in the first place? A relevant question, especially on the threshold of a new year in which – if we read the ostentatious signs right - innovation tops the agenda of many business strategies again. A good subject to contemplate in this blog a couple of times. So definitely keep watching ‘innovation’ in your personal tag cloud.
One thing is for sure: we all seem in need of rediscovering the ‘how’ of innovation, crushed as we are by years of cost reduction, regulatory compliance and refining the art of spreadsheet management (the latter simply not being cool anymore, even not of being practiced in a collaborative way through hip software-as-a-service or through green, hyper-democratic applications).
On the rebound of such an abundance on structure, you might tend to think that innovation is mainly a matter if chaos and free association. Drive that group of silly sort of creative people into a workshop room filled with chocolate, furry animals and fatboys. Boot up the water pipe, uncork the red wine, play that CD with singing dolphins and just go with the flow, dude.
Meer op Capgemini's CTO blog.
What were they thinking, the strategists from Wal-Mart, Intel and British Petroleum when they were laying their tiny little plan for a new electronic health records system? Or let’s rephrase this: how are innovations created in the first place? A relevant question, especially on the threshold of a new year in which – if we read the ostentatious signs right - innovation tops the agenda of many business strategies again. A good subject to contemplate in this blog a couple of times. So definitely keep watching ‘innovation’ in your personal tag cloud.
One thing is for sure: we all seem in need of rediscovering the ‘how’ of innovation, crushed as we are by years of cost reduction, regulatory compliance and refining the art of spreadsheet management (the latter simply not being cool anymore, even not of being practiced in a collaborative way through hip software-as-a-service or through green, hyper-democratic applications).
On the rebound of such an abundance on structure, you might tend to think that innovation is mainly a matter if chaos and free association. Drive that group of silly sort of creative people into a workshop room filled with chocolate, furry animals and fatboys. Boot up the water pipe, uncork the red wine, play that CD with singing dolphins and just go with the flow, dude.
Meer op Capgemini's CTO blog.
Over Innovatie. Rechtstreeks uit Siberië.
Wat ging er in het hoofd van de strategen van Wal-Mart, Intel en British Petroleum om toen ze hun duivels slimme plan smeedden voor een eigen Elektronisch Patiëntendossier? Wacht, we herformuleren de vraag een tikje breder: hoe ontstaan eigenlijk innovaties? Dat is een interessante vraag, op de drempel van een nieuwe jaar waarin – als de ostentatieve voortekenen ons niet bedriegen – innovatie torenhoog op de agenda staat van bijna elke bedrijfsvoering. Een mooi onderwerp om regelmatig op verder op te kauwen in dit blog. Houdt u daarom vooral Innovation goed in de gaten in uw eigen tag cloud.
Eén ding is zeker, we moeten met zijn allen een beetje herontdekken hoe je ook alweer innoveert, murw gebeukt als we zijn door jaren van kostenreductie, het doorvoeren van nieuwe wet- en regelgeving en het voortdurend verder bekwamen in spreadsheetmanagement (dubbele woordwaarde, hoe dan ook niet cool, zelfs niet als je het op een collaborative manier met hippe software as a service of met een open, groene applicatie doet ).
Als een reactie op al die overdadige structuur zou je van de weeromstuit kunnen gaan denken dat innovatie vooral een kwestie is van chaos en vrij associëren. Drijf dat groepje best wel gekke, vrije denkers maar bij elkaar in een workshopruimte vol met chocolade, pluche beesten en fatboys. Waterpijp aan, rode wijn ontkurkt, kwetterende dolfijnengeluiden op de achtergrond en laat het maar gebeuren.
Kan nog werken ook. Wie weet is het ons innovatieve trio van het patiëntendossier precies zo vergaan: ergens tussen twee snikkende aanvallen van de slappe lach roept iemand ‘we kunnen het natuurlijk ook zelf die patiëntgegevens gaan bijhouden’. Zelf ligt hij alweer te kronkelen op de grond van de pret maar als hij op kijkt zijn de anderen in diep gepeins verzonken. Het zèlf doen! Verdomd. Dat zou pas een innovatie zijn.
Out-of-the-box, changing the script. Als je er goed naar kijkt, blijkt er veel meer systematiek in te zitten dan je ooit zou vermoeden. Vraag maar aan Genrich Altshuller. Die werkte na de Tweede Wereldoorlog op het patentenbureau van de Russische marine en het viel hem op dat innovaties, hoe onderling uiteenlopend dan ook, allen kunnen worden teruggevoerd op een overzichtelijk aantal patronen. Door de bron (de root cause) van een probleem te vinden kun je eerdere oplossingen en innovaties vinden die ogenschijnlijk niets met het onderwerp te maken hebben maar in feite op dezelfde patronen gebaseerd zijn. Dan wordt het een kwestie van doorvertalen naar de actuele situatie en voor je het weet heb je een spectaculaire, nieuwe innovatie bij de staart. Abstraheren, patronen vinden, terugvertalen: innoveren wordt zo een reproduceerbaar systematisch proces waarin je niet alleen vertrouwt op je analytische vermogens maar ook een op een goed onderhouden database van patronen en oplossingen.
Altshuller schijnt zo verrukt te zijn geweest over zijn bevindingen dat hij een open, vrijmoedige brief naar partijvoorzitter Joseph Stalin stuurde. Wat er precies in heeft gestaan, vermeldt de historie niet maar wellicht was het iets in de trant van "Kameraad Stalin! Ik kan niet langer aanzien hoe ons moedertje Rusland zich voort sleept als een rammelende kar op versleten, houten wielen. Ik heb een ontdekking gedaan die onze achterlijkheid in één klap zal doen verdwijnen. Sta mij alstublieft toe een en ander persoonlijk toe te lichten”. Intimi moeten de adem hebben ingehouden, want Stalin stond niet specifiek bekend om zijn puntige gevoel voor humor. Toch werd Altshuller op het Kremlin ontboden om zijn verhaal te doen. Stalin hoorde hem geanimeerd aan en stuurde hem vervolgens voor 5 jaar naar een Siberische goelag. Ga daar maar eens lekker over nadenken, jongen.
In de ijskoude barakken, in nagenoeg complete isolatie had Altshuller in ieder geval zeeën van tijd om zijn aanpak verder uit te werken. Dat dan weer wel. En zo onstond TRIZ: Teoriya Resheniya Izobreatatelskikh Zadatch (Russisch voor Theory of Solving Inventive Problems): een aanpak die zich juist in de workshopruimtes van nu steeds meer bewijst als het anker dat bedrijfsvoeringen nodig hebben bij het hervinden van innovatie.
En natuurlijk valt er nog veel meer te bloggen over innovatie. Bijvoorbeeld over de geneugten van open innovatie, over de kracht van de meritocratie, over het wild om zich heen slaande fenomeen van crowdsourcing, over de falende strategie van naäperij en – voor we het vergeten – hoe je innovatieve ideeën ook echt uitgevoerd krijgt. Meer daarover later op deze plek. Tot dan, kameraden.
Eén ding is zeker, we moeten met zijn allen een beetje herontdekken hoe je ook alweer innoveert, murw gebeukt als we zijn door jaren van kostenreductie, het doorvoeren van nieuwe wet- en regelgeving en het voortdurend verder bekwamen in spreadsheetmanagement (dubbele woordwaarde, hoe dan ook niet cool, zelfs niet als je het op een collaborative manier met hippe software as a service of met een open, groene applicatie doet ).
Als een reactie op al die overdadige structuur zou je van de weeromstuit kunnen gaan denken dat innovatie vooral een kwestie is van chaos en vrij associëren. Drijf dat groepje best wel gekke, vrije denkers maar bij elkaar in een workshopruimte vol met chocolade, pluche beesten en fatboys. Waterpijp aan, rode wijn ontkurkt, kwetterende dolfijnengeluiden op de achtergrond en laat het maar gebeuren.
Kan nog werken ook. Wie weet is het ons innovatieve trio van het patiëntendossier precies zo vergaan: ergens tussen twee snikkende aanvallen van de slappe lach roept iemand ‘we kunnen het natuurlijk ook zelf die patiëntgegevens gaan bijhouden’. Zelf ligt hij alweer te kronkelen op de grond van de pret maar als hij op kijkt zijn de anderen in diep gepeins verzonken. Het zèlf doen! Verdomd. Dat zou pas een innovatie zijn.
Out-of-the-box, changing the script. Als je er goed naar kijkt, blijkt er veel meer systematiek in te zitten dan je ooit zou vermoeden. Vraag maar aan Genrich Altshuller. Die werkte na de Tweede Wereldoorlog op het patentenbureau van de Russische marine en het viel hem op dat innovaties, hoe onderling uiteenlopend dan ook, allen kunnen worden teruggevoerd op een overzichtelijk aantal patronen. Door de bron (de root cause) van een probleem te vinden kun je eerdere oplossingen en innovaties vinden die ogenschijnlijk niets met het onderwerp te maken hebben maar in feite op dezelfde patronen gebaseerd zijn. Dan wordt het een kwestie van doorvertalen naar de actuele situatie en voor je het weet heb je een spectaculaire, nieuwe innovatie bij de staart. Abstraheren, patronen vinden, terugvertalen: innoveren wordt zo een reproduceerbaar systematisch proces waarin je niet alleen vertrouwt op je analytische vermogens maar ook een op een goed onderhouden database van patronen en oplossingen.
Altshuller schijnt zo verrukt te zijn geweest over zijn bevindingen dat hij een open, vrijmoedige brief naar partijvoorzitter Joseph Stalin stuurde. Wat er precies in heeft gestaan, vermeldt de historie niet maar wellicht was het iets in de trant van "Kameraad Stalin! Ik kan niet langer aanzien hoe ons moedertje Rusland zich voort sleept als een rammelende kar op versleten, houten wielen. Ik heb een ontdekking gedaan die onze achterlijkheid in één klap zal doen verdwijnen. Sta mij alstublieft toe een en ander persoonlijk toe te lichten”. Intimi moeten de adem hebben ingehouden, want Stalin stond niet specifiek bekend om zijn puntige gevoel voor humor. Toch werd Altshuller op het Kremlin ontboden om zijn verhaal te doen. Stalin hoorde hem geanimeerd aan en stuurde hem vervolgens voor 5 jaar naar een Siberische goelag. Ga daar maar eens lekker over nadenken, jongen.
In de ijskoude barakken, in nagenoeg complete isolatie had Altshuller in ieder geval zeeën van tijd om zijn aanpak verder uit te werken. Dat dan weer wel. En zo onstond TRIZ: Teoriya Resheniya Izobreatatelskikh Zadatch (Russisch voor Theory of Solving Inventive Problems): een aanpak die zich juist in de workshopruimtes van nu steeds meer bewijst als het anker dat bedrijfsvoeringen nodig hebben bij het hervinden van innovatie.
En natuurlijk valt er nog veel meer te bloggen over innovatie. Bijvoorbeeld over de geneugten van open innovatie, over de kracht van de meritocratie, over het wild om zich heen slaande fenomeen van crowdsourcing, over de falende strategie van naäperij en – voor we het vergeten – hoe je innovatieve ideeën ook echt uitgevoerd krijgt. Meer daarover later op deze plek. Tot dan, kameraden.
dinsdag, december 12, 2006
Innovation Happens Elsewhere. Doctor's Prescription.
I truly like to watch it: companies that during the course of the years transform into incarnations that just do not resemble the original any longer. Often, it is a sign of a strong urge to innovate. Also, it can be the demonstration of a grinding lack of realism or simply a proof of an inflated ego. Or all of that. Either way, there’s always something exciting happening near companies that are reinventing themselves.
(Altijd moelijk, vertalen naar het Engels). Meer op Capgemini's CTO blog.
(Altijd moelijk, vertalen naar het Engels). Meer op Capgemini's CTO blog.
maandag, december 11, 2006
Dan maar van buitenaf
Onderstaand een Nederlandstalige voorstudie van een blog-item dat ik morgen op het CTO Blog van capgemini.com ga publiceren.
Ik mag het graag zien: van die bedrijven die zich in de loop van de jaren incarneren tot verschijningsvormen die weinig meer met het origineel te maken hebben. Vaak is het een teken dat de drang tot innovatie groot is. Ook kan het de demonstratie van een schrijnend gebrek aan realiteitszin zijn of eenvoudigweg een bewijs van zelfoverschatting. Of allebei. Hoe dan ook, in de wolken die zichzelf opnieuw uitvindende bedrijven opwerpen is altijd wel iets spannends te beleven.
Bijna altijd is het de oprukkende technologie die tot dan ongekende vergezichten mogelijk maakt. Hoe gaan die dingen? Je bent een succesvolle bank/verzekeraar met eh… veel geld op de bank en de verveling ligt op de loer. Het zoveelste combinatie all finance product, weer een nieuw distributiekanaal: niemand veert er meer van op. Een lijfrentepolis bij de drogist kopen, tussen de blaarpleisters en twee ons honingdrop, we weten het ondertussen wel. Spannender wordt het als je vaststelt dat je portal voor thuisbankieren een van de meest bezochte websites van het land is en je goedbeschouwd een zeer renderende verhuurder kan zijn van virtuele schapruimte en reclameborden. Of dat je als redelijk betrouwbaar bekend staande houder van kluizen ook wel enige street credibility zou kunnen vestigen met digitale kluizen: en dat daarin heel wat meer kan worden opgeslagen dan alleen geld of goudstaven.
De ene dag ben je een succesvolle verkoper van boeken via het Internet, de volgende dag lever je marketingfaciliteiten aan klanten die producten willen verkopen. Of nee, wacht, je hebt in de loop van de tijd ook nogal een robuuste IT-infrastructuur opgebouwd en je verkoopt het surplus aan reken- en opslagcapaciteit op huurbasis aan de buitenwereld. En als we dan toch bezig zijn, die handige software om messages veilig tussen A en B uit te wisselen, die kan ook nog wel in de uitverkoop: 5000 boodschappen ‘on demand’ uitwisselen voor 1 dollar, daar zou zelfs IBM jaloers op worden. Je kunt je alleen maar proberen voor te stellen hoeveel lol de brainstormers van Amazon moeten hebben gehad toen ze de Mechnical Turk uitvonden: vraag en aanbod van minuscule, menselijke diensten, afgehandeld via hetzelfde account en hetzelfde platform dat je vroeger nog wel eens gebruikte om een degelijk boek, met een harde kaft en ritselend papier te bestellen. Kan trouwens nog wel hoor, boeken kopen bij Amazon. Maar je moet er bijna met een lampje naar zoeken, tussen al die 35 andere productcategorieën en in de back office wordt waarschijnlijk gelachen om zoveel archaïsch gestuntel: ach ach, toch weer een boekbestelling binnen vandaag.
Ik kijk nergens meer van op. Toen ik het de laatste keer controleerde, was salesforce.com een razendsnel oprukkende leverancier van Customer Relationship Management software. Nu houdt men zich bezig met het leveren van een platform waarop je applicaties kunt aanbieden en beheren in de vorm van ‘Software As A Service’. En passant is er ook een nieuwe programmeertaal bij gelanceerd. Dat leek op dat moment waarschijnlijk wel een spannend idee.
Ook bij WebEx is het vrij associëren geblazen. Het concept van met zijn allen aan iets werken (want dat is audio en video conferencing uiteindelijk, laten we eerlijk zijn) wordt ondertussen heel wat ruimhartiger opgevat. Zo kun je alles wat je nodig hebt aan interoperabiliteit, workflow en procesondersteuning tussen samenwerkende bedrijven ondertussen ook laten regelen door WebEx. Met dank aan een strategisch samenwerkingsverband met Cordys, leverancier van onder andere een Enterprise Service Broker en Business Process Management software (althans, dat leverden ze vorige week nog, voor zover ik weet).
En we hebben nog maar een glimp opgevangen van wat er allemaal aan het schuiven is geslagen. Een veelbelovende ontwikkeling die straks zeker een apart blog-item verdient, is het recente initiatief van Wal-mart, Intel en British Petroleum om tot een gezamenlijk, elektronisch patiëntendossier te komen. In eerste instantie denk je nog dat het om een actie gaat om de belangen van de letterlijk honderdduizenden eigen werknemers te verdedigen naar een futloze zorgsector die maar niet in staat blijkt om zelf tot fatsoenlijke diensten en standaards te komen. Maar het lijkt een kwestie van tijd voordat het consortium hier een nieuwe, interessante markt in ziet. Volgens Craig Barrett, voorman van Intel, “is de zorgsector eerlijk gezegd niet zelf in staat zich te vernieuwen”.
Nou, en dan maar van buitenaf. Logisch, eigenlijk.
Ik mag het graag zien: van die bedrijven die zich in de loop van de jaren incarneren tot verschijningsvormen die weinig meer met het origineel te maken hebben. Vaak is het een teken dat de drang tot innovatie groot is. Ook kan het de demonstratie van een schrijnend gebrek aan realiteitszin zijn of eenvoudigweg een bewijs van zelfoverschatting. Of allebei. Hoe dan ook, in de wolken die zichzelf opnieuw uitvindende bedrijven opwerpen is altijd wel iets spannends te beleven.
Bijna altijd is het de oprukkende technologie die tot dan ongekende vergezichten mogelijk maakt. Hoe gaan die dingen? Je bent een succesvolle bank/verzekeraar met eh… veel geld op de bank en de verveling ligt op de loer. Het zoveelste combinatie all finance product, weer een nieuw distributiekanaal: niemand veert er meer van op. Een lijfrentepolis bij de drogist kopen, tussen de blaarpleisters en twee ons honingdrop, we weten het ondertussen wel. Spannender wordt het als je vaststelt dat je portal voor thuisbankieren een van de meest bezochte websites van het land is en je goedbeschouwd een zeer renderende verhuurder kan zijn van virtuele schapruimte en reclameborden. Of dat je als redelijk betrouwbaar bekend staande houder van kluizen ook wel enige street credibility zou kunnen vestigen met digitale kluizen: en dat daarin heel wat meer kan worden opgeslagen dan alleen geld of goudstaven.
De ene dag ben je een succesvolle verkoper van boeken via het Internet, de volgende dag lever je marketingfaciliteiten aan klanten die producten willen verkopen. Of nee, wacht, je hebt in de loop van de tijd ook nogal een robuuste IT-infrastructuur opgebouwd en je verkoopt het surplus aan reken- en opslagcapaciteit op huurbasis aan de buitenwereld. En als we dan toch bezig zijn, die handige software om messages veilig tussen A en B uit te wisselen, die kan ook nog wel in de uitverkoop: 5000 boodschappen ‘on demand’ uitwisselen voor 1 dollar, daar zou zelfs IBM jaloers op worden. Je kunt je alleen maar proberen voor te stellen hoeveel lol de brainstormers van Amazon moeten hebben gehad toen ze de Mechnical Turk uitvonden: vraag en aanbod van minuscule, menselijke diensten, afgehandeld via hetzelfde account en hetzelfde platform dat je vroeger nog wel eens gebruikte om een degelijk boek, met een harde kaft en ritselend papier te bestellen. Kan trouwens nog wel hoor, boeken kopen bij Amazon. Maar je moet er bijna met een lampje naar zoeken, tussen al die 35 andere productcategorieën en in de back office wordt waarschijnlijk gelachen om zoveel archaïsch gestuntel: ach ach, toch weer een boekbestelling binnen vandaag.
Ik kijk nergens meer van op. Toen ik het de laatste keer controleerde, was salesforce.com een razendsnel oprukkende leverancier van Customer Relationship Management software. Nu houdt men zich bezig met het leveren van een platform waarop je applicaties kunt aanbieden en beheren in de vorm van ‘Software As A Service’. En passant is er ook een nieuwe programmeertaal bij gelanceerd. Dat leek op dat moment waarschijnlijk wel een spannend idee.
Ook bij WebEx is het vrij associëren geblazen. Het concept van met zijn allen aan iets werken (want dat is audio en video conferencing uiteindelijk, laten we eerlijk zijn) wordt ondertussen heel wat ruimhartiger opgevat. Zo kun je alles wat je nodig hebt aan interoperabiliteit, workflow en procesondersteuning tussen samenwerkende bedrijven ondertussen ook laten regelen door WebEx. Met dank aan een strategisch samenwerkingsverband met Cordys, leverancier van onder andere een Enterprise Service Broker en Business Process Management software (althans, dat leverden ze vorige week nog, voor zover ik weet).
En we hebben nog maar een glimp opgevangen van wat er allemaal aan het schuiven is geslagen. Een veelbelovende ontwikkeling die straks zeker een apart blog-item verdient, is het recente initiatief van Wal-mart, Intel en British Petroleum om tot een gezamenlijk, elektronisch patiëntendossier te komen. In eerste instantie denk je nog dat het om een actie gaat om de belangen van de letterlijk honderdduizenden eigen werknemers te verdedigen naar een futloze zorgsector die maar niet in staat blijkt om zelf tot fatsoenlijke diensten en standaards te komen. Maar het lijkt een kwestie van tijd voordat het consortium hier een nieuwe, interessante markt in ziet. Volgens Craig Barrett, voorman van Intel, “is de zorgsector eerlijk gezegd niet zelf in staat zich te vernieuwen”.
Nou, en dan maar van buitenaf. Logisch, eigenlijk.
woensdag, december 06, 2006
Voorspellingen 2007 (1)
Verdorie, krijg je net zo'n bericht te lezen dat in Amerika slechts 6% van alle PC's momenteel in staat is Windows Vista te draaien. Zal je altijd zien, net weer de verkeerde dingen op het verlanglijstje gezet. Krijg je sokken, boeken, luchtjes en scheurkalenders waar je in feite gewoon grafische kaarten, geheugen en rauwe processing power nodig hebt. Vooruit, het is bijna 2007 dus ik mag me langzamerhand weer aan de voorspellingen gaan wagen. Dus reken me er over een jaar genadeloos op af als ik ongelijk heb gekregen. Ik wacht een en ander in vol vertrouwen af.
We beginnen met vier eenvoudige voorspellingen:
1. Windows Vista (Power Together!) slaat in 2007 slechts zeer moeizaam aan, al helemaal niet in het bedrijfsleven (waar de directe voordelen voor velen blijkbaar weinig evident zijn)en ook niet op de consumentenmarkt (men kan niet lachen om het nieuwe, weinig toegeeflijke licentiebeleid en rond Sinterklaas 2006 had niemand door wat er eigenlijk op de verlanglijstjes had moeten staan). Ik geef toe, hier hoef je niet Char voor te bellen.
2. Mac OS X 'Tiger' wordt op tijd vrijgegeven in het voorjaar van 2007 en trekt een nieuwe groep van Apple-gebruikers over de streep. In de pers roept men dat dit besturingssysteem
alles is wat Vista had moeten zijn. Ik hoop niet dat ik hier partijdig overkom. Ik roep slechts wat de stemmen in mijn hoofd me willen laten weten.
3. Patrick Kouwes wordt zonder concurrentie de meest populaire blogger op GeenStijl. Toch weer een carriére voor Nico Dijkshoorn.
4. De Franse overheid deed het al eerder: massaal voor de desktop overgaan op Linux (bijvoorbeeld de zeer sympathieke Ubuntu-distributie). Nadat eind mei uiteindelijk het linkse kabinet met de tweekoppige deeltijd-premiers Bos en Marijnissen is geïnstalleerd, wordt onmiddellijk het IT-beleid van de overheid in dezelfde richting omgebogen. In Nijmegen en daarna in Amsterdam duiken al snel pinguins op. De Partij voor de Dieren merkt op dat hsaar gedoogsteun voor de nieuwe regering blijkbaar onmiddellijk vruchten afwerpt.
Nu houd ik er even mee op. Als ik me concentreer krijg ik een stortvloed van toekomstbeelden te verwerken. Ik zie bijvoorbeeld iets met watermanagement op Mars. Meer hierover later. Ik ga nu eerst eens opzoeken of mijn voorspellingen van vorig jaar echt zo slecht zijn uitgekomen. Vooral politiek is geloof ik moeilijk voorspelbaar.
We beginnen met vier eenvoudige voorspellingen:
1. Windows Vista (Power Together!) slaat in 2007 slechts zeer moeizaam aan, al helemaal niet in het bedrijfsleven (waar de directe voordelen voor velen blijkbaar weinig evident zijn)en ook niet op de consumentenmarkt (men kan niet lachen om het nieuwe, weinig toegeeflijke licentiebeleid en rond Sinterklaas 2006 had niemand door wat er eigenlijk op de verlanglijstjes had moeten staan). Ik geef toe, hier hoef je niet Char voor te bellen.
2. Mac OS X 'Tiger' wordt op tijd vrijgegeven in het voorjaar van 2007 en trekt een nieuwe groep van Apple-gebruikers over de streep. In de pers roept men dat dit besturingssysteem
alles is wat Vista had moeten zijn. Ik hoop niet dat ik hier partijdig overkom. Ik roep slechts wat de stemmen in mijn hoofd me willen laten weten.
3. Patrick Kouwes wordt zonder concurrentie de meest populaire blogger op GeenStijl. Toch weer een carriére voor Nico Dijkshoorn.
4. De Franse overheid deed het al eerder: massaal voor de desktop overgaan op Linux (bijvoorbeeld de zeer sympathieke Ubuntu-distributie). Nadat eind mei uiteindelijk het linkse kabinet met de tweekoppige deeltijd-premiers Bos en Marijnissen is geïnstalleerd, wordt onmiddellijk het IT-beleid van de overheid in dezelfde richting omgebogen. In Nijmegen en daarna in Amsterdam duiken al snel pinguins op. De Partij voor de Dieren merkt op dat hsaar gedoogsteun voor de nieuwe regering blijkbaar onmiddellijk vruchten afwerpt.
Nu houd ik er even mee op. Als ik me concentreer krijg ik een stortvloed van toekomstbeelden te verwerken. Ik zie bijvoorbeeld iets met watermanagement op Mars. Meer hierover later. Ik ga nu eerst eens opzoeken of mijn voorspellingen van vorig jaar echt zo slecht zijn uitgekomen. Vooral politiek is geloof ik moeilijk voorspelbaar.
maandag, december 04, 2006
Apple iGrandpa
Ik was er bijna blij mee, het bericht in de Telegraaf dat ik van mijn broer ontving. Mijn broer is een eh... overtuigd Apple-hater omdat hij ervan overtuigd is dat Apples alleen worden gebruikt door semi-anarchistische, contactgestoorde beeldhouwers en haikuschrijvers. Tot voor kort was dit ook zo (ikzelf pas bijvoorbeeld moeiteloos in deze interessante doelgroep) maar nu blijkt het vergrijzende segment eveneens en masse achter OS X te kruipen. Op zich een zeer rooskleurig toekomstbeeld, aangezien binnen tien jaar 85% van Nederland zo'n beetje boven de 55 is. Nu ook nog iedereen de verzamelde werken van Frans Bauer op zijn iPod en we zitten helemaal op niveau. Ik ken overigens inderdaad maar zeer weinig bejaarden die ik een PC met Windows Vista zou aanraden.
zondag, december 03, 2006
Big Brother rent mee
In de afdeling Lekker Belangrijk het bericht dat het draadloze zendertje dat Nike sportschoenen verbindt met de iPod Nano op een afstand van enkele meters afgetapt kan worden. Het is nog wereldnieuws ook. Meer hierover later. Ik voel inspiratie opborrelen.
Abonneren op:
Posts (Atom)