Ik heb het van horen zeggen, maar toen een verbeterde versie van de programmeertaal COBOL in 1968 op de markt werd gebracht, was de consensus dat het vak van programmeur nog maar weinig toekomst had. COBOL leek ondertussen zoveel op natuurlijke taal dat managers vanaf nu zelf konden programmeren.
Vooruit, het zal de hippietijd zijn geweest en de wereld zag er roze uit. Maar wat is er in die 40 jaar eigenlijk gruwelijk weinig bereikt. Ik ben deze week op een conferentie in San Francisco die de toekomst van de IT-specialist als onderwerp heeft. En als je zo in de wandelgangen eens wat navraagt, klinkt al snel het bekende verhaal. We zijn namelijk nog steeds zo’n beetje klaar met programmeren. De moeilijke dingen zitten steeds meer ingebakken in standaardpakketten. Voor de rest is het een kwestie van het slim aan elkaar lijmen van herbruikbare componenten, flexibele processen modelleren en vooral veel business intelligence toepassingen. En daar komt weinig programmeren meer bij kijken. Andermaal schuiven we – of we willen of niet – op in de richting van meer kennis van de bedrijfsvoering.
Nu nog kijken of er werkelijk wat van komt.
In het vakgebied lijken we nog niet echt door het rouwproces heen te zijn. Zo waren er kortgeleden twee professoren van de Universiteit van New York die stelden dat Java ongeschikt is om mee te leren programmeren. Ik had gelijk herkenning. Java is namelijk een dikdoenerige, complexe programmeertaal die veel te veel kan. Een beetje alles in huis hebben om een marslander of een kerncentrale aan te sturen en er dan de zoveelste voorraad-, polis- of klantenadministratie mee uitpersen. Overbemeten spierballenvertoon dat bijna uitnodigt tot het maken van fouten en improductiviteit.
Eindelijk werden man en paard eens genoemd!
Jammer dan dat de heren vervolgens aan de andere kant van het spectrum blijken te verkeren. Vanuit hun perspectief is Java juist een lichtgewicht middel waarmee je schaterend van het lachen snel wat geinige Internetdingetjes in elkaar zet. Als het zo eenvoudig wordt om te programmeren, dan hoeft straks niemand meer verstand te hebben van formele methoden en complexe algoritmen, daar komt hun beklag op neer. Als alternatief bevelen ze Ada aan: een nagenoeg onbegrijpelijke taal waarmee zelden een serieus programma is geschreven.
Wel geruststellend, de houding van zo’n universiteit. En een knappe prestatie om zo compromisloos afstand te nemen van de dagelijkse realiteit. Programmeren mag niet makkelijk worden: dit vak houdt zichzelf de komende 40 jaar moeiteloos in stand.
Gepubliceerd in IT Executive 6 februari 2008
zaterdag, februari 09, 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten