woensdag, februari 20, 2008

IT Executive column: Ik wil geen CIO meer zijn

Een paar collega’s zijn bezig met een jaarlijks onderzoek naar de gevoelswereld van CIO’s en onlangs kwamen de eerste resultaten binnen. Wat blijkt? Meer dan ooit blijken de IT-directeuren maar één wens te hebben: zo snel mogelijk CIO af zijn.

Geen verrassing. In ons vakgebied koesteren velen het heimelijke verlangen om ooit iets heel anders te kunnen doen. Niet de hele dag met virtuele, gebakken lucht bezig zijn, maar eerlijke, tastbare dingen door je handen voelen gaan. Zo ken ik een talentvolle programmeur die plotsklaps alles opgaf om kinderboeken te gaan schrijven. Ook heb ik nog regelmatig contact met een IT-architect die een antiekwinkel in Limburg is begonnen.

Toen we echter de onderzoeksresultaten wat nader onder de loep namen, kwam een meer prozaïsche werkelijkheid aan het licht. CIO’s blijken niet en masse hun beroep te willen opgeven, ze snakken alleen naar een andere invulling. Zó anders, dat je letterlijk kunt spreken van een andere rol.

Om dit goed te kunnen begrijpen, moeten we onderscheid maken tussen de verschillende categorieën CIO’s die we in het wild tegenkomen. Zo is er het archaïsch aandoende type dat een anoniem bestaan onder Facilitaire Zaken leidt. De nadruk ligt op het zo geruisloos mogelijk beheren van de infrastructuur: vandaag wordt gesleuteld aan de centrale verwarming, gisteren werden de liftdeuren geolied en morgen wordt een nieuwe blade server geïnstalleerd.

Dan is er natuurlijk de doorsnee CIO, zoals we die maar al te goed kennen. Rapporterend aan de financieel directeur, houdt dit type zich elke dag vooral bezig met overleven. Inflexibele systemen die nauwelijks geïntegreerd kunnen worden, nieuwe versies van software die alleen via risicovolle programma’s kunnen worden geïmplementeerd en een steeds krapper budget. En dan ook nog eens ontevreden gezichten door het hele bedrijf heen.
Geen wonder dat vooral deze soort CIO droomt van een ander leven: technologie inzetten als een innovatief middel en een plek in de bestuurskamer hebben als dé aanjager van verandering. Meer dan vroeger hangt die ambitie weer in de lucht.

CIO’s met zulke plannen moeten dan wel eerst de ruimte in hun bedrijfsvoering maken om te kunnen innoveren. Ze zouden toch eens met Facilitaire Zaken moeten gaan praten. Daar iemand aanwijzen die de IT-infrastructuur en de toepassingen op een nuchtere, simpele manier beheert en deze persoon voortaan ‘CIO’ noemen: het zou wel eens minder archaïsch kunnen uitpakken dan het klinkt. En het geeft ruimte voor die nieuwe, felbegeerde rol. Bijna net zo leuk als een antiekwinkel.

Gepubliceerd in IT Executive, 20 februari 2008

Geen opmerkingen: