woensdag, januari 04, 2006

Ik had er schoon genoeg van. De geïntegeerde audio/video-belevenis van mijn woonkamer en ikzelf konden eigenlijk niet meer door één deur. Een zooitje was het geworden, milder kan ik het niet omschrijven.
Mijn Grundig televisie was dan weliswaar van het type Breedbeeld, maar dan wel uit het tijdvak dat dit concept nét een week of drie geleden was uitgevonden. Een dikke, piepende bak was het, die bijna de helft van de diepte van de kamer in beslag nam.
Daaraan gekoppeld had ik een Pioneer DVD-speler annex radio-tuner, een volstrekt lachwekkend ontwerp met een los gekoppeld displaytje waar je dan de aparte afstandsbediening op werd geacht te richten. Mijn DVD-speler had in een paar jaar een ronduit beruchte naam opgebouwd in de familie. Sommigen beweerden dat het ding bezeten was. Een enkeling overwoog zelfs het apparaat op te geven bij Irene Moors. Op de meest vreemde momenten kon de speler beurtelings op stop en play springen, vergezeld door niet ter zake doende piepjes. Ook kon het ding wel urenlang de laadklep gesloten houden als je een DVD wilde invoeren. Dit kon behoorlijk knagen aan de spanning van het mogen kijken naar een nieuwe titel. Op den duur kwam ik erachter dat het enige wat écht hielp het enige minuten blazen met een föhn op de voorkant van de speler was. Een wat moeizame oplossing die lachwekkende toonde en slecht werkte op het concentratievermogen van de meeste aanwezigen.
Ik had ook een Pioneer Dolby 5.1 surround systeem. Dit was zeer gewenst, omdat je de bloeddruppels toch op zijn minst op je achtermuur wil horen spatten als Blade weer eens een vampier onthooft, ja toch. De prijs voor dit bijna metafysische genot bestond uit een enorme, niet weg te moffelen subwoofer en 5 knetterend lelijk ontworpen speakers die het qua verschijning in een gemiddelde Poolse fabriekshal van twintig jaar terug leuk zouden hebben gedaan. Omdat ik geen andere opties had, gebruikte ik de subwoofer als bijzettafeltje naast de bank.
Ik bezat verder nog een digitaal televisiekastje van Casema, want je kon in de nieuwe eeuw écht niet meer wegkomen met analoge televisiesignalen, dat zag de grootste sul nog wel in. Aangezien elke apparaat zijn eigen afstandsbediening had en er letterlijk kilometers speaker- en antennedraad nodig waren om alles met elkaar te verbinden (had ik mijn KPN ADSL-verbinding en bijbehorend splitterkastje al genoemd?), oogde mijn woonkamer als één grote patchkast met daarin wat banken en een enkele schemerlamp. Niet helemaal de serene, Zen-boeddhistische woonervaring die ik ergens diep in mijn naiëve achterhoofd vol onvervulde ambities koesterde.

Maar verdomd. Nú was het klaar!

We leefden in de 21e eeuw, in het tijdperk van de Domestical Entertainment Hub. Weg met al die oude rommel en gewoon in één klap vervangen door een enkelvoudig, draadloos, extreem versimpeld systeem. Dat was mijn plan. Internet, audio en video zouden versmelten tot een holistische eenheid die rust en elegantie in mijn interieur zouden brengen.

En ik wist dat het bestond. Een korte blik op de nieuwe Apple iMac G5 had mij genoeg geleerd. Het kon. En het zou een Apple worden.

De keuze voor Apple was voor mij een simpele. Een merk dat zowel de iMac als de iPod Nano als de Cube als de Powerbook (met oplichtend Apple logootje aan de achterkant van het scherm) weet te creëren, zit aan de bovenkant van de categorie Übercool. Ik was nog nét niet bereid om een petitie te ondertekenen om Steve Jobs heilig te verklaren, maar het oprichten van een eenvoudige tempel met een ingetogen altaartje leek mij meer dan passend.

Vreemd genoeg ontstond er in mijn directe omgeving enig verzet tegen mijn keuze. Mijn puberdochter verklaarde dat de Apple zuigt 'omdat er niet eens een rechtermuisklik op zit'. Mijn jongere broer, het technische brein van de familie, moest hard en onsympathiek lachen om mijn besluit. 'Ja, dat wordt het dus allemaal nét niet' voorspelde hij 'neem toch gewoon een PC met Windows Media Center, zoals alle gewóne, weldenkende mensen doen'.

Gesterkt in mijn strategie schafte ik de Apple iMac G5 aan. Ik heb de dikke versie, met een 20 inch breedbeeldscherm. Voorts heb ik een EyeTV 610 aangeschaft: een klein kastje dat je kunt aansluiten op de iMac om de digitale kabeltelevisie van Casema te kunnen bekijken en op te nemen. In de EyeTV moet een zogenaamde CAM-module om het signaal van Casema te kunnen encrypten, uiteraard in combinatie met mijn volstrekt legale abonnement en bijbehorende smartcard. De firma FireDTV leverde me binnen twee dagen per post deze AlpaCrypt 3.05 module.

Ik ben ondertussen twee weken verder en geheel gereed om mijn belangwekkende ervaringen met u allen te delen. Werkt het? Zuigt de Apple nu wel of niet? Wat is de beeld- en geluidskwaliteit? En vooral natuurlijk: ziet het er een beetje uit? Morgen komt mijn uitsluitsel.

5 opmerkingen:

Anoniem zei

Volgens mij is het nu wel morgen hoor ;) en ik ben reuze nieuwsgierig!

Anoniem zei

Idem!

Anoniem zei

Het moet wel zuigen, met zo'n 20 inch schermpje in je huiskamer heb je er een verrekijker bij nodig.

Ron zei

Heb je zeker mijn huiskamertje nog niet gezien...

Anoniem zei

Hallo,

ik heb ook dvb-c (multikabel) thuis em ben eigenlijk benieuwd hoe eyetv 610 bevalt!!!

wanneer ga je er een vervolg op schrijven?