maandag, mei 11, 2009

Stralenkrans

Daar zit je dan, als kersverse Ambtenaar 2.0. De laptop verwachtingsvol opengeklapt. Je hele sociale netwerk in kaart gebracht, alle profielen bijgewerkt en alle belangrijke software onder handbereik. Twitter, Yammer, Ning, LinkedIn, Blogger, Wikispaces: voor de zekerheid is het spul allemaal alvast opgestart. Laat nu die Wisdom of the Crowd maar komen. Als iedereen met iedereen is verbonden ontstaan ongekende staaltjes van kenniscreatie. Toch?

Of is er meer nodig dan goedbedoeld enthousiasme en een verzameling blinkende applicaties om het potentieel van web 2.0 aan te boren? Je zou het wel zeggen, als je luistert naar de oorverdovende stilte die niet zelden het resultaat is.

Rita Verdonk probeerde het. Ze stelde een wiki open waarmee haar aanhangers in eendrachtige samenwerking tot een partijprogramma zouden komen. Dat programma zou een perfecte afspiegeling zijn van wat Nederland nodig heeft. Toen er echter speerpunten als ‘gratis aambeienzalf’ en ‘sjoelen als Olympische sport’ opdoken, werd het al snel duidelijk dat de gezonde Hollandse volksgeest moeilijk te activeren is, laat staan te temmen.

Wordt een partijprogramma, een plan, een rapport of zelfs een boek beter naarmate er door mensen aan gewerkt wordt? Als we naar de resultaten van A Million Penguins kijken – een gezamenlijk experiment van de uitgeverij Penguin en de Universiteit van Leicester – ben je geneigd ontkennend te antwoorden. Een novelle die door 1500 auteurs tegelijk is geschreven ontpopt zich als een gebalkaniseerd allegaartje van potsierlijke openingszinnen, onverwachte wendingen en met elkaar vloekende stijlelementen. Ook hier moest met vandalisme worden afgerekend, in de vorm van een dissident groepje dat vond dat alle hoofdpersonages bananen moesten zijn en hardnekkig de teksten in die richting bleven aanpassen.

In Nederland wordt momenteel een vergelijkbaar experiment uitgevoerd: het schrijven van een roman via Twitter-boodschappen en de resultaten zijn opnieuw weinig bemoedigend ( maar neem gerust zelf even een kijkje naar het resultaat tot dusver en laat u meeslepen door het bloedstollende, doelgerichte proza).

Een goed boek ontstaat dus blijkbaar niet spontaan door er zoveel mogelijk mensen aan te laten schrijven. Evenzeer zal een offerte of een beleidsplan niet per se succesvoller worden door er de kracht van de aantallen tegenaan te gooien. En uit mijn eigen waarneming bij het bedrijf waarvoor ik werk, weet ik dat kennis niet spontaan beter wordt door er via web 2.0 gezamenlijk aan te werken. Sterker nog: er zijn pijnlijk verlaten plekken in ons kennislandschap waardoorheen alleen nog een naargeestige wind blaast. Maar evenzeer zijn er broeinesten van activiteit waarin snel groeiende groepen van collega’s elkaar op een plezierige manier opzwepen om tot steeds betere resultaten te komen. En succes trekt succes aan: als het vliegwiel eenmaal draait, is het nauwelijks meer te stoppen.

Het verschil blijkt hem steeds weer te zitten in leiderschap: de visie en voorwaarts energie van geïnspireerde individuen maakt het verschil tussen een kakelend pandemonium en een doelgericht, aansprekend resultaat. Dat hadden we eigenlijk altijd al kunnen weten. Kijk maar naar de Open Source-gemeenschap: een wereldwijd opererende beweging van vrijwilligers die al tijden via het Internet aan duizenden softwareprojecten werken. Echt succesvolle projecten hebben altijd een klein, toegewijd team van leiders dat een grotere groep van medewerkers aan zich weet te binden. Linux had Linus Torvals. Apache had Robert McCool en Brian Behlendorf. Jboss had Marc Fleury: allemaal begaafde individuen met een aanstekelijke, brandende visie waaraan anderen zich graag bleken te warmen. Eric Raymond, de onofficiële kroniekschrijver van Open Source, noemt dat effect een stralenkrans (een ‘halo’ ): een kleine, fel oplichtende kern met een veel breder stralingsgebied eromheen: “ik denk dat de grote successen van Open Source worden behaald vanuit de visie van briljante individuen die vervolgens versterking weten te vinden in gemeenschappen van geïnspireerde vrijwilligers” .

Wie kortom het echte potentieel van het web 2.0 wil aanboren, doet er goed aan meer te doen dan de allerlaatste, hippe software ter beschikking te stellen. Het vinden van de juiste, begeesterde trekkers – en ze daarna de ruimte en middelen te geven om aan hun eigen stralenkrans te bouwen – is een stuk belangrijker voor het succes.

En de resultaten? Misschien lezen ze wel als een spannend jongensboek, geschreven op een ouderwetse typemachine.

Eerst gepubliceerd op Ambtenaar 2.0

Geen opmerkingen: