woensdag, april 29, 2009

IT Executive column: Vrijmarkt

Nederland, ik heb er nog wel eens wat over uit te leggen in het buitenland. Bijvoorbeeld over onze lunches, zonder concurrentie de slechtste ter wereld. Een paar armzalige witte broodjes met komijnekaas. In de luxe variant kan er een kroket vanaf. En altijd vergezeld van karnemelk, de nodeloos wrede incarnatie van zuivel. Ik heb geharde mediterrane zakenlui zien janken als een klein kind na een slok. Onvoorstelbaar wat een leed er dan los komt.

Koninginnedag valt wat dat betreft nog mee. Een monarchie? Begrijpelijk, charmant ook wel. Een verjaardag vieren op de dag dat de Koningin helemaal niet jarig is? Zullen wel praktische redenen voor zijn. Met oranje pruiken op door de straten hossen? Komt ondertussen bekend voor, begint warempel te wennen.

Alleen de vrijmarkt, daar is nog niet iedereen uit. Een Amerikaanse collega heeft eens een poging gedaan een en ander voor me te recapituleren. "Dus als ik het goed begrijp" zei hij ernstig "is jullie idee van feestvieren dat je de zolder opgaat, je oude spullen tevoorschijn haalt en die vervolgens op straat aan andere Nederlanders verkoopt?" Ik beaamde aarzelend. Het klonk inderdaad wat vreemd, nu hij het zo op die manier zei.

Toch sta ik wel achter het concept. Beroepsmatig gezien dan. Het is een goed idee om periodiek de bezem door je spullen te halen. Oude rommel afstoffen en eens peinzend bekijken. Sommige bezittingen beschikken over een onvermoede glans. Andere kunnen zonder twijfel weg. Dat ruimt op en maakt de weg vrij om te ademen. Precies de energie die je nodig hebt na een lange, schrale winter. En er dan ook nog eens geld mee verdienen, waarom doen ze het eigenlijk niet overal elders ter wereld?

Het lijkt me daarom een uitstekend idee om dit jaarlijks op de it-afdeling te gaan doen. Een soort van nieuwe folklore als het ware. Op de 29e blijven we met zijn allen op kantoor, we noemen het de Digitale Koninginnenacht. We gaan dan met de stofkam door onze zolder vol met verouderde applicaties, overtollige oplossingen, overduidelijke doublures en kneuterige huisvlijt. Misschien dat we in de hoek ook nog wat roestige servers vinden. Wat we niet meer nodig hebben doen we weg. Normaal is dat onbespreekbaar, maar tijdens deze speciale nacht gelden de gebruikelijke remmingen niet.

De volgende dag is de feestvreugde compleet. De rook om je hoofd verdwenen, eindelijk een pad voorwaarts en ook nog eens geld in het laatje. Met recht een vrijmarkt, wat u zegt. 

Update 1 mei: natuurlijk is dit item gepost vóór de tragische gebeurtenissen in Apeldoorn.

Te publiceren in IT Executive magazine, 6 mei 2008

zondag, april 26, 2009

AG artikel: Crisis heeft Technology nodig

Bij economische tegenwind is de IT-afdeling van oudsher een plaats waar spontaan wordt bezuinigd. Een pavlovreactie, zegt Ron Tolido, die weinig zal opleveren. IT is dit keer geen onderdeel van het probleem maar van de oplossing. Deze crisis heeft technologie nodig. Tolido onderscheidt zeven gebieden waar veel meer bereikt kan worden dan met de bekende kaasschaaf voor het IT-budget.

Voor wie even niet heeft opgelet: we bevinden ons officieel in het midden van een diepe economische crisis. En dan is het er ook nog een die maar nauwelijks bekend voorkomt. Terugkijken blijkt weinig zin te hebben. De waarde van vergelijkingen met de grote crisis van de jaren dertig is in de praktijk niet groot.

Maar ook als we dichter bij huis blijven – zo lang geleden is het immers niet dat de internetbel uiteen klapte – zijn er verrassend weinig aanknopingspunten. Toentertijd mochten veel IT-afdelingen zich verheugen in een opgezwollen portfolio van dure projecten met een onduidelijke businesscase. Combineer dat met een stapel van nauwelijks te onderhouden, oude systemen en een wirwar van heterogene infrastructuren, en het wordt snel duidelijk waarom het korten op IT-budget zoveel opleverde. Hobbyprojecten werden gestopt, outsourcing en offshore kwamen meer in beeld en het vakgebied leerde razendsnel hoe infrastructuur en applicaties rigoureus konden worden geconsolideerd.

Waardevolle lessen waren het: veel organisaties gaan er nu prat op over een tot het uiterste gestroomlijnde IT-huishouding te beschikken. En dat is precies waarom de oude pavlovreactie op economische tegenwind – flink snijden in het IT-budget – deze keer veel minder oplevert. De dieetpatiënt heeft eenvoudigweg niet genoeg vet. Zelfs als gebruik wordt gemaakt van de nieuwste ontwikkelingen rond virtualisatie, geautomatiseerd beheer van systemen en applicaties en – vooruit – cloud computing, valt niet genoeg af te pellen van een budget dat zelf doorgaans slechts een fractie van de bedrijfsomzet is. Toch maar weer bezuinigen op een paar procent: het is niet het soort opmerkelijke effecten waarnaar je streeft als het gaat om de rol van IT in de bedrijfsvoering.

IT is deze keer niet een onderdeel van het probleem maar veel meer een onderdeel van de oplossing. Het strategische vizier kan beter op elders in de organisatie worden gericht. Naast de IT-functie zijn er minstens zeven andere gebieden waar de afhankelijkheid van informatietechnologie – vooral in deze crisistijd – groter is dan ooit. En daarbij gaat het niet alleen om kostenreductie: ook in termen van effectiviteit, reactievermogen, rekbaarheid en weerstand valt op deze plekken veel te bereiken, ook op de korte termijn. En voor wie wel pap lust van anticyclisch investeren, liggen er juist in deze tijd onverwachte kansen op nieuwe markten, diensten en producten.

Deze crisis heeft technologie nodig. IT-managers moeten daarom bij zichzelf te rade gaan of ze genoeg hebben gedaan om de rest van de organisatie daarvan te overtuigen. Niet zelden leidt de IT-afdeling immers een autonoom bestaan, gesmeerd door een eigen budget dat allang niet meer gekoppeld is aan de effecten op de bedrijfsvoering. Een lastig, jaarlijks terugkomend ongemak voor de rest van de organisatie; van de weeromstuit gedoogd, een beetje zoals dat met maartse buien gebeurt.

De IT-afdeling is dan in het eigen, onafhankelijke bestaansrecht gaan geloven of schikt zich in de gemarginaliseerde positie. Dan is het een lange weg terug naar waar het oorspronkelijk allemaal om ging: de bedrijfsvoering veranderen met informatietechnologie. Geluk bij een ongeluk is dat juist in een crisis vaak belangrijke omwentelingen plaatsvinden. Er is daarom geen betere tijd dan nu om IT te brengen naar zijn rechtmatige positie: in het hart van de organisatie.

Ron Tolido is chief technology officer van Capgemini.

1 Operationele kosten en cash
Gemiddeld wordt meer dan 95 procent van de kosten van een bedrijfsvoering gemaakt buiten de IT-afdeling. Het is daarom logisch om naar informatietechnologie te grijpen om de operationele processen effectiever en efficiënter te maken. Voor nogal wat IT-managers blijkt dit eenvoudige inzicht een ware eyeopener. Of het klinkt op zijn hoogst als een schreeuw uit een ver verleden waarin het achter nu belegen klinkende woord ‘automatisering’ een wereld van potentieel schuilging.

Pakketten maken het mogelijk om sleutelactiviteiten ingrijpend te stroomlijnen en te standaardiseren, zeker ook waar het gaat om inkomsten en uitgaven. Het versimpelen en optimaliseren van processen – bijvoorbeeld op basis van Lean Six Sigma – kan in korte tijd zeer veel rendement opleveren. Een nieuwe generatie BPM (business process management)-hulpmiddelen is daarbij instrumenteel.

2 Focus op de klant en verkoop
In tijden van economische crisis is het niet alleen zaak op de kosten te letten, maar vooral ook de omzet veilig te stellen. En daar heb je klanten voor nodig. Veel organisaties lijken hun klanten letterlijk te hebben ‘herontdekt’ en een doelgerichte ondersteuning door CRM-software – steeds vaker via SaaS (software-as-a-service) – is daarbij onontbeerlijk. Business Intelligence stelt bovendien de organisatie in staat meer inzicht te krijgen in de winstgevendheid van individuele klanten en klantsegmenten. Web 2.0 biedt niet alleen nieuwe mogelijkheden om de dialoog met de consument te voeren, maar biedt ook alternatieve kanalen voor marketing en verkoop. Dat biedt uitkomst als de traditionele wegen inzakken of te duur blijken.

3 Producten en diensten
Consumenten passen hun koopgedrag aan bij een verslechterend economisch klimaat. Organisaties doen hetzelfde met hun portfolio van producten en diensten: er moet meer worden geleverd tegen lagere kosten, er is meer belangstelling voor ‘basic’-aanbiedingen en kanalen verschuiven (de restaurants lopen leeg, maar er wordt uitgebreider thuis gekookt).

De portfolio wordt voortdurend gewogen en geanalyseerd, bij uitstek een terrein dat door business intelligence mogelijk wordt gemaakt. Organisaties willen makkelijker meebewegen met plotselinge veranderingen in het aanbod van producten en diensten. Dit vraagt om flexibelere systemen (mogelijk gebaseerd op SaaS) en voorzieningen voor het ‘realtime’ managen van processen en bedrijfsregels.

4 Supplychain en partners
Flexibiliteit is ook een groot goed in het zakelijke netwerk van partners, toeleveranciers en afnemers. Verstoringen bewegen zich in onnavolgbare golven door de ‘supplychain’. Tussenvoorraden nemen snel toe of juist af, kleinere hoeveelheden worden vervoerd en partners vallen spontaan weg uit de keten. Informatietechnologie – met name business intelligence – is een absolute noodzaak om zulke hijgerige nervositeit het hoofd te kunnen bieden.

Naarmate meer informatie met partners gedeeld wordt, ontstaan er betere kansen op het terugdringen van distributiekosten en voorraadverliezen. De afhankelijkheid van specifieke leveranciers wordt verminderd door meer flexibiliteit in te bouwen in de systemen, bijvoorbeeld met SOA (service-oriented architecture). Ook de open marktdynamiek van het internet biedt nieuwe handvatten om die afhankelijkheid te verkleinen.

5 Werknemers
Het zal wel een platitude zijn, maar bij tegenwind staat de personeelsafdeling hoe dan ook midden in de schijnwerpers. De nadruk verschuift van het werven van nieuwe medewerkers naar het behouden van de beste bestaande medewerkers. Uitstekende software op het gebied van ‘talentmanagement’ staat daartoe ter beschikking en via SaaS kan de applicatie razendsnel in gebruik worden genomen. Als onverhoopt medewerkers moeten worden ontslagen, treden vaak processen in werking die in de organisatie relatief onbekend zijn.

Software voor BPM (business process management) kan met weinig inspanning veel steun bieden in het nauwkeurig doorlopen van het proces op basis van de juiste informatie. Dat zorgt er niet alleen voor dat wet- en regelgeving worden nageleefd, maar betoont ook de zorgvuldigheid en het respect die de betrokken medewerkers verdienen. Web 2.0 bevat verder veel potentieel om het werknemersbestand flexibeler en mobieler te maken.

6 Vertrouwen en transparantie
Als er iets is dat de haperende economie nodig heeft, dan is dat vertrouwen. En vertrouwen kweek je allereerst via transparantie. Door informatie uit te wisselen en te rapporteren op basis van open standaards (bijvoorbeeld XBRL voor financiële verslaglegging) wordt een stevige basis gelegd.

Ook aan de correctheid van informatie worden hoge eisen gesteld en de nieuwe generatie ‘master data management’-software helpt om de broodnodige eenheid in definities te krijgen, zelfs tussen verschillende organisaties. ‘Risk management’ wordt nog veel meer afhankelijk van de realtime beschikbaarheid van informatie uit verschillende bronnen en slechts met behulp van complexe analyseapplicaties kunnen de risico’s met succes worden ingeschat. Ook hier wordt het sociale platform van Web 2.0 gebruikt om op nieuwe, open manieren interactie te hebben met de buitenwereld.

7 Nieuwe groei
Elk voordeel heeft zijn nadeel. En andersom. Juist in slechte tijden zijn er organisaties die de vallende gaten snel opmerken en weten te vullen. Zo is er altijd ruimte voor groei. Prijsvechters floreren en er is ruimte voor slimme ‘zeitgeist’-gerelateerde producten en diensten, bijvoorbeeld op het gebied van telewerken en energiebezuiniging.

Alternatieve kanalen voor verkoop en distributie openen zich in een hoog tempo. In sommige regio’s ligt de markt wijd open voor nieuwe toetreders. Er dienen zich buitenkansjes aan voor overnames en fusies. Informatietechnologie heeft hier de rol die we uiteindelijk het liefst zien: niet alleen als een noodzakelijk middel om de crisis het hoofd te bieden maar ook als een strategisch breekijzer – in allerlei verschijningsvormen – om gezonde, voortdurende groei mogelijk te maken.

Gepubliceerd in Automatisering Gids, 24 april 2009

donderdag, april 16, 2009

IT Executive column: Afdeling Innovatievernietiging (Dutch)

Nog even geduld en dan mogen we stemmen voor het Europees parlement. Ik kan bijna niet wachten. Eindelijk weer een ouderwets potlood en een uitvouwbaar stemformulier. Mij geeft het voor heel even dat overzichtelijke gevoel van mijn jeugd terug. Schrijven met kroontjespen en vloeipapier, warme kolenkachels, de hoofdonderwijzer die sigaren rookt in de klas en krassende 45-toeren grammofoonplaten: ik kan wel janken van heimwee als ik eraan denk.

Met dank aan de privacymaffia, die ons goddank voor inktzwart onheil heeft behoed. Elektronische stemmachines blijken niet 100 procent afschermbaar te zijn. Iets met de straling van het beeldscherm. Mits verdekt opgesteld in de bosjes naast het stemlokaal – en uitgerust met de juiste apparatuur – kun je zo vaststellen op welke Waterschapskandidaat tante Lenie haar stem heeft uitgebracht. Linke soep, zonder meer. En niets minder dan een schending van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Hetzelfde verdrag dat ervoor zorgde dat minister Van der Hoeven van Economische Zaken onlangs bakzeil moest halen met haar plannen voor verplichte ‘slimme’ energiemeters. Zulke meters hebben veel voordelen: de capaciteit op het energienet kan beter worden gereguleerd, er kan doelgericht worden bezuinigd op energiegebruik, er hoeven geen standen meer te worden opgenomen en huizen zijn voorbereid op het aanstaande tijdperk van duurzame energievoorziening.
Allemaal goed en wel, oordeelden de Consumentenbond en een groot deel van de Eerste Kamer, maar er zijn dus, tja, privacybezwaren. Omdat het energieverbruik op kwartierbasis wordt gemeten, kunnen hackende boeven vaststellen of iemand het huis heeft verlaten (dat kunnen ze overigens ook via de ramen, in retrospectief een onaanvaardbare uitvinding). Ook kunnen huisgenoten zich geremd voelen te doen en laten wat ze willen. Je durft bijvoorbeeld niet meer om acht uur de televisie aan te doen, omdat het energiebedrijf dan in de smiezen krijgt dat je Goede Tijden Slechte Tijden volgt. Herkenbaar.

De Afdeling Innovatievernietiging op volle toeren, het blijft een fascinerend verschijnsel om te volgen. Ook binnen bedrijven kunnen we er regelmatig van genieten. Innovatieve technologieën bieden fascinerende mogelijkheden om effectiever te werken, nieuwe markten aan te boren en veel betere diensten te verlenen. Maar zo gauw we ook maar een beetje de grote lijnen van de intentie vergeten, duikt er altijd wel een afdeling op (juridische zaken, beveiliging, inkoop: willekeurige voorbeelden natuurlijk) die onoverkomelijke bezwaren ziet.

In het gekibbel lost het enthousiasme vanzelf op, als wegvliegende vogels in de schemering.

Afijn, tijd voor wat ontspanning. Ik zet de buizenradio maar eens aan. Hoor ik daar de Bonte Dinsdagavondtrein?

Te publiceren in IT Executive, 22 april 2009

donderdag, april 02, 2009

IT Executive column: Bij de Haptonoom (Dutch)

BIJ DE HAPTONOOM

Door een wonderlijk toeval belandde ik onlangs op de behandeltafel van Ted Troost. Menigeen kent hem nog: hij behandelde vroeger profvoetballers. Die kregen steevast vleugels op het veld. Of ze verlieten hun vrouw voor een jonger, blonder exemplaar. Nu richt hij zich op het zakenleven. Als lid van een groepje ben ik vandaag aan de beurt. We zitten op een voorjaarsmiddag in een hotel om de haptonoom heen en luisteren naar zijn introductie.

Ik waag er wat slimme kwinkslagen aan maar Troost kijkt achteloos door me heen. “Aha, meneer speelt graag taalspelletjes”. Hij stelt het bijna vermoeid vast.

Ik mag gaan liggen.

Met handen als kolenschoppen prikt hij in mijn zij. Ik vlieg een meter de lucht in. Dan laat hij me in gedachten een verbinding maken met hem en daarna met de anderen. Moeilijk uit te leggen hoe dat werkt, maar ik merk niets meer van zijn prikken. “Niet denken maar voelen”, mompelt Troost. “Gewoon ZIJN”.

Dat zet me aan het denken. Het zijn warrige tijden. Bij veel organisaties zit het bloed aan de muur en staat de it-afdeling onder druk. Dat brengt ook cio’s in mijmerende buien van zelfbespiegeling. Als je gewoon moet ZIJN, want BEN je dan eigenlijk?

Tel je mee als je – net als bij de echte afdelingen – mee mag doen aan de bezuinigingsrondes? Of is dat een teken dat je definitief de verbinding kwijt bent met wat je eigenlijk werd geacht te doen met IT?

Ik heb de laatste tijd meerdere malen cio’s meegemaakt wiens mond open viel bij de suggestie dat je met IT elders in de bedrijfsvoering kosten kan besparen of de effectiviteit kan verhogen. Klonk als een vage echo uit een ver verleden. Een tijd waarin achter het nu belegen woord ‘automatisering’ nog een wereld van potentieel lag. Veel it-afdelingen leiden ondertussen een autonoom bestaan, gesmeerd door een eigen budget dat allang niet meer gekoppeld is aan de effecten op de bedrijfsvoering. Een lastig, jaarlijkse terugkomend ongemak voor de rest van de organisatie.

Van de weeromstuit gedoogd, een beetje zoals dat met maartse buien gebeurt. En de cio? Die is warempel in het eigen bestaansrecht gaan geloven of schikt zich in de gemarginaliseerde positie. En dan is het een lange weg terug naar waar het oorspronkelijk allemaal om ging.

Troost is ondertussen opgehouden met de behandeling en vraagt waaraan ik denk. “Aan niets”, antwoord ik maar. “Helemaal niets”.

Gewoon ZIJN.

Te publiceren in IT Executive, 8 april 2009