Communicatienieuws column: Inflatoir communiceren in 2008

Communicatie, wat is dat toch eigenlijk een naar, inflatoir conceptje aan het worden. In mijn vakgebied, de IT dus, roepen we het al tientallen jaren: technologie maakt het niet alleen mogelijk om leuke dingen te doen met informatie maar zorgt ook voor nieuwe vormen van communicatie. En als je naar de plannen van de meeste producenten kijkt - we noemen een Microsoft, Google, IBM, Amazon - gaan we het in 2008 nog eens een stuk nadrukkelijker doen, dat communiceren. Bijna ostentatief, eigenlijk.

Komt omdat we ons meer dan ooit bewust aan het worden zijn van onze digitale identiteit. Heel vroeger, pakweg voor de invoering van de Mammoetwet, stelde een hoog IQ nog wat voor. Daarna gingen er stemmen op om ook zo nu en dan eens belangstellend naar de ander te luisteren; het EQ kwam op. Anno 2008 gaat het eigenlijk alleen nog maar om je GQ: je Google Quotient. Ik Ben Op Internet Dus Ik Besta: toets uw naam in op een zoekmachine en ik vertel u wie u bent, misschien wel om te beginnen via uw profiel op Hyves of LinkedIn. En om gelijk maar ter zake te komen: u bent niet alleen de merken waarmee u zich identificeert, de filmhuisfilms die u blijkbaar heeft gezien, de intellectuele blogs die u volgt en de boeken die u suggereert te hebben gelezen, u bent vooral ook degenen met wie u communiceert.

Er zal in het komende jaar opvallend veel worden gesleuteld aan sociale netwerken, in de vorm van open standaards, gerichte advertenties en vooral veel nieuwe mogelijkheden om de dialoog te voeren. Op Hyves en MySpace is het pionieren ondertussen wel voorbij en de gemiddelde leeftijd springt per dag omhoog. Bij de meer zakelijke broertjes als LinkedIn, FaceBook en Plaxo heerst ondertussen een hijgerige drang om de boot niet te missen. Als je niet minstens tien keer per dag wordt gevraagd om toe te treden tot het sociale netwerk van een of andere vage bekende, is er blijkbaar iets mis met je geslaagdheid. Tenzij je altijd al een semi-autistische zielenpoot zonder vrienden wilde worden.

Als je dan eindelijk connected bent, straalt er gelijk al een tikje van de status van de nieuw verbondene op je af. Maar het effect wordt veel groter als je zichtbaar communiceert, lekker provocerend aan de interactie bent. In 2008 stuur je elkaar geen e-mail of SMS meer, je kletst gewoon via het publieke Internet. Anders kunnen anderen het straks niet vinden via Google. Op de sociale netwerksites van pubers, zoals Partyflock en Cu2, is het heel gebruikelijk om openbare liefdesverklaringen uit te wisselen. Het is er wel een beetje een inflatoir conceptje mee geworden, dat liefde. Je hebt elkaar net drie keer dag gezegd en dan wordt het hoog tijd om het over eeuwige trouw te hebben. Benieuwd wat dat straks aan kopieergedrag tussen zakelijke vrienden gaat opleveren.

Nou ja, vrienden. Toch een wat inflatoir conceptje. Ik heb net nog even Bas Vlugt opgezocht op LinkedIn. Uiteraard zijn wij connected, want wij zijn al jaren enorm betrokken bij elkaars carrière. Hij heeft ondertussen “500+” vrienden, zag ik en daar kan ik bij lange na niet aan tippen. Size matters, ik hoor het hem bijna zeggen. Echt een geslaagde rakker, die Bas. Ik zal hem zo meteen eens een warm, persoonlijk boodschapje sturen, gewoon om hem te complimenteren. U leest het straks wel.


Gepubliceerd in Communicatienieuws, 8 januari op verzoek van hoofdredacteur Bas Vlugt.