vrijdag, januari 12, 2007

Perfect Project

Hieronder de ruwe, Nederlandstalige versie van een blog-item dat ik later vandaag ga publiceren op het CTO blog van Capgemini. Zal ook wel de basis worden voor mijn volgende column in Software Release Magazine.

Perfect Project


Toegeven, Linden Lab brengt op een voorbeeldige manier de software van Second Life naar de open source-gemeenschap. Gelijk na de aankondiging verschijnt een fraaie wiki ten tonele, waaronder een goed uitgewerkte FAQ (‘lopen we nu een veel grotere kans dat kwaadwillende programmeurs fouten in de software zullen gebruiken om Second Life binnen te dringen en, veel belangrijker, zijn mijn zuurverdiende Linden dollars nog wel veilig?’). Ook is er een uitstekend portal waarin alles over het systeem te vinden valt, vanaf de overkoepelende architectuur tot en met de source code en naamconventies. In essentie een mooi, gratis voorbeeld van de manier waarop het Internet anno 2007 op zijn minst gebruikt zou moeten worden om een ontwikkelproject te ondersteunen. Met dank aan alles wat van in de afgelopen jaren van open source hebben geleerd.

Evengoed wel wat anders, zo’n rudimentaire wiki, als je het vergelijkt met wat je in Second Life tegenkomt. Persoonlijk denk ik dat we in de twee omgevingen erg verschillende doelgroepen tegenkomen, ondanks de claim van Linden dat de overgang naar open source ervoor gaat zorgen dat ‘ontwikkelaars en gebruikers veel beter met elkaar kunnen communiceren’. Volgens mij heeft Second Life weinig aantrekkingskracht op programmeurs. Vooral niet op C++ programmeurs (pas vandaag ben ik erachter gekomen dat Second Life voornamelijk is ontwikkeld in C++). Ik zou zelfs niet weten wat een C++ programmeur in Second Life zou moeten doen. Ik zie er nog niet snel een dagen achter elkaar schaven aan de juiste kaaklijn, de perfecte krullenbos, dat leuke trouwpak voor een virtueel schijnhuwelijk of het zoveelste idyllische perkje met guirlandes, sinaasappelstruiken en een rustiek klaterende windgong. Gezellig driedimensionaal babbelen met deze bevolkingsgroep zit er ook niet echt in. Uit eigen ervaring weet ik dat de meeste C++ programmeurs óf angstwekkend zwijgzaam zijn of cynisch lachend elke serieus bedoeld onderwerp de grond inboren. Ook zijn er relatief veel exemplaren die honderduit kunnen kletsen zonder dat ze de indruk wekken ook maar een seconde naar de gesprekspartner te hebben geluisterd.

Second Life, ik kan er zelf ook maar geen warm gevoel bij krijgen. Ik weet dat ik hiermee dissident ben onder vele trendduiders (waaronder mijn eigen collega’s), want ik hoor me eigenlijk avond na avond te vergapen aan de nieuwe, wonderbaarlijke 3D-wereld die zich pijlsnel in de meest vreemde richtingen ontwikkelt. Persbureaus, banken, eindejaarsconferences, life rockconcerten, wie kent het ondertussen niet. Deze week lichtten mijn wenkbrauwen hoogstens heel even op toen een begrafenisondernemer aankondigde een virtuele vestiging te openen in SL. ‘De dood is een integraal onderdeel van het leven’ kondigden de initiatiefnemers op meevoelende toon aan ‘zowel in ons eerste als in ons tweede leven’.

Geen speld tussen te krijgen.

Het zal wel door zuurstofgebrek bij de geboorte komen, maar ik loop nog steeds niet helemaal warm voor het metalige pixelgevoel van ‘alsof doen via de computer’. Die nagebouwde rokerige Franse kroeg kan nog zo volgepropt zitten met avatars in zwarte coltruien, volgens mij kun je alleen zinvol over het existentialisme discussiëren als je er écht bier bij proeft.

Zullen de ontwikkelaars van Second Life zich vanaf nu toch nadrukkelijker in hun eigen spel gaan bewegen? Laten we eerlijk zijn, zeker nu het systeem in open source wordt doorontwikkeld, zijn het toch een beetje de helden van het grote publiek aan het worden. We kunnen dan zomaar heuse virtuele workshops krijgen, waarin gebruikers en ontwikkelaars al brainstormend tot de specificaties voor de nieuwe versie komen. Aan de muur hangen nauwkeurig gestyleerde whiteboards waarop UML-diagrammen kunnen worden getekend. Aangezien de realiteit in Second Life op de een of andere manier altijd wat rooskleuriger is, zal het gros van de workshopdeelnemers wel bestaan uit spectaculaire, rondborstige blondines. En tijdens de breaks gaat het hele team even lekker ontspannen zwemmen met de dolfijnen in het meertje in de achtertuin.

Wat kan er goedbeschouwd nog misgaan als uiteindelijk het hele project in Second Life wordt gedaan? C++ ontpopt zich plotseling als een simpele, begrijpelijke programmeertaal waarmee je in één lange, vloeiende beweging altijd 100% foutloze code produceert, het ontwikkelteam levert zonder uitzondering resultaten op tijd en boven verwachting en de opvallend knappe eindgebruikers laten de kleur van hun gezicht tijdens de acceptatiesessie veranderen om hun steeds beter wordende bui te laten blijken.

Onze vrienden van IBM hebben al wat aan het concept geroken maar ik ga het maar eens wat serieuzer aanpakken. Ik start een virtueel bedrijf in Second Life - laten we het voor het gemak eens ‘Second Linden Lab' noemen - dat spectaculaire (maar niet werkelijk bestaande) nieuwe software ontwikkelt onder de werktitel ‘Third Life: een role playing game die de verveelde bewoners van Second Life kunnen spelen op hun kleine, virtuele computertjes. Een soort van meta-metaverse wordt het, gebouwd door een team van spiritueel onderlegde, verfijnd communicerende C++ programmeurs die allemaal lange leren jassen en zonnebrillen dragen. Ook telefoneren ze zonder uitzondering met een Nokia 8110, een detail voor de fijnproever.

Om te zorgen dat het allemaal niet te abstract en onrealistisch wordt, accepteer ik gewoon Linden dollars. Maar dat spreekt vanzelf.

Geen opmerkingen: