Het is zomer. En ik denk dat ik maar eens flink ga bijdragen aan de komkommertijd. Wie weet is het nog leuk ook. In de komende weken zal ik u hier regelmatig verblijden met een column die ik zo'n jaar of 7 geleden - nog voor de grote millenniumklap - schreef voor het ondertussen ter ziele gegane CM Corporate. Wie weet zit er zo nu en dan een achteraf profestisch woord tussen. Of juist niet, oordeel zelf. Vandaag: Het Anna Kournikova-gevoel van JAVA, uit 1999.
JAVA is gewoon een programmeertaal die toevallig op de vleugels van Internet groot is geworden. Niets meer en niets minder.
Toch lijkt het vaak meer om een religie te gaan. 'Scott McNealy is God' stamelt een vakgenoot kortgeleden. Hij is zojuist teruggekeerd uit San Francisco waar hij de JavaOne-conferentie heeft bijgewoond. Dat is het jaarlijkse ontmoetingspunt voor JAVA-ontwikkelaars, georganiseerd door Sun, de uitvinder van JAVA. 21000 Man en een enkele vrouw verzamelt zich onder de grond in het gigantische Moscone congrescentrum. Op het programma staan 4 dagen gevuld met voordrachten, demo's en aankondigingen.
In de grote zaal van het Moscone-centrum spreekt één van de grote JAVA-evangelisten het hongerige publiek toe. Net als veel van zijn collega-predikers lijkt hij ernstig over de 40. Zijn moeizaam bij elkaar geharkte paardenstaartje versterkt slechts het effect. 'De opmars van JAVA is niet meer te stuiten' stelt hij vast; 'binnen twee jaar zijn er meer JAVA-programmeurs dan C++-programmeurs'.
Alleen al het feit dat JAVA consequent met de C++ wordt vergeleken geeft aan dat het hier in feite om een non-issue gaat. Naast roestige zagen hebben we straks dus ook nog afgebroken beitels.
C++. De grootste misdaad tegen de mensheid die de IT-wereld de laatste 15 jaar heeft weten te fabriceren. Een programmeertaal voor echte mannen die met slechts twee doelen is ontworpen: a) een maximum aantal taalelementen bevatten waarmee bugs kunnen worden geproduceerd b) zo complex mogelijk zijn. Niet bepaald een eer om mee vergeleken te worden. Slechts zeer weinig IT-managers zullen overwegen met C++ hun bedrijfskritische applicaties te ontwikkelen. Waarom dan wel met JAVA?
Op de markt verdringen de congresgangers zich ondertussen voor de JAVA-car: een auto die met behulp van JAVA warempel een webpagina kan produceren waarop de garage op afstand kan zien wat er mis is met de auto. Ook wordt de ter plekke voor de helft van de prijs aangeboden Palmpilot V palmtopcomputer grif afgenomen. Er is immers een Java virtual machine voor de Palmpilot beschikbaar. Er kan dus nu op een PC een JAVA-programma worden ontwikkeld dat vervolgens op de Palmpilot kan worden gedraaid. Een ware revolutie. Toch?
Het kritische gehalte beweegt zich onder de grond van San Francisco snel naar nul. Dat nieuwe technologieën, zoals het van de bad guys van Microsoft gepikte Java Server Pages en Enterprise JavaBeans het belang van de taal JAVA zelf steeds verder naar de achtergrond schuiven, lijkt niemand op te vallen.
Java is de Anna Kournikova van de hedendaagse IT: gemiddelde, best aardige prestaties in een zeer trendy verpakking. Anna slaat regelmatig ballen mis. Maar haar goudkleurige tennispakje en paardenstaart vergoeden veel.
McNealy raakt op dreef. Net als zijn idool David Letterman heeft hij een Top 10 verzonnen: 'Tien redenen waarom JAVA het gaat winnen van Microsoft'. Bij elke reden die hij opsomt krijst de zaal het uit van het lachen. Vooral na reden nummer 2 ('Tito Jackson heeft ook JAVA geleerd') is het publiek nauwelijks meer tot stilte te brengen. Gelukkig lukt het Scott toch nog om nummer 1 te noemen ('Ik werd vroeger op school nog erger gepest dan Bill Gates').
Geen opmerkingen:
Een reactie posten