dinsdag, mei 29, 2007

Rocket Science

Hieronder de volledige column over Intentional Software die onlangs werd gepubliceerd in Software Release Magazine.

ROCKET SCIENCE

Valt er altijd nog wel wat te wensen voor een mens? In sommige gevallen ben je geneigd te denken van niet. Nemen we bijvoorbeeld Charles Simonyi, een bovengemiddelde begaafde programmeur uit Hongarije die rond 1980 bij een bescheiden startup-bedrijfje in Redmond ging werken. Dat deed hij overigens nadat hij bij Xerox Parc met legendes als Alan Kay en Robert Metcalfe aan kleine, geinige projecten (de eerste WYSIWYG editor ter wereld, doe eens iets vrijblijvends) had gesleuteld. Als je bij Microsoft zo’n beetje personeelsnummer 4 had en je hebt daar aan de basis gestaan van zowel Word als Excel, dan kun je vaktechnisch gezien een deuk in een pakje boter slaan. Financieel trouwens ook wel: Simonyi staat bekend als een actieve filantroop, met een nadrukkelijke voorkeur voor het steunen van kunst en cultuur.

Blijkbaar heeft hij ook nog een klein potje voor zichzelf bewaard, want kortgeleden kwam hij in het nieuws als de toerist die voor 18 miljoen mee mocht vliegen in een Sojoez voor een tripje naar het International Space Station. De bemanning had daar voor een dikke week werk, dus Simonyi zal in afwachting van de terugreis zeeën van vrije tijd hebben gehad. Voor de vorm had men wat wetenschappelijke experimenten verzonnen die moesten worden uitgevoerd. Maar de verzamelde Russische en Amerikaanse onderzoekslaboratoria zullen niet met klamme handen van spanning op Charles’ resultaten hebben zitten wachten. Nee, er zullen genoeg van die contemplatieve momenten zijn geweest waarop Simonyi mijmerend voor het patrijspoortje zat en uitkeek over die blauwe bol die onder hem doordraaide.

De top in het vakgebied bereikt. Plus een nagenoeg onhaalbare jongensdroom werkelijkheid gemaakt. En je dan toch afvragen of er misschien nog ergens een nieuwe, nauwelijks te kraken uitdaging wacht.

Het ziet er gelukkig naar uit dat Simonyi al langere tijd een idee heeft in welke hoek hij moet zoeken. In 2002 verliet hij Microsoft om in een eigen bedrijf zijn oplossing uit te werken voor een vraag die de IT-wereld vanaf het prilste begin voortjaagt: waarom is het zo verschrikkelijk moeilijk om goede software te ontwikkelen? Elkaar opvolgende generaties van programmeertalen, visuele ontwikkelomgevingen, case tools, formele specificaties, frameworks, agile methoden, modelgedreven architectuur: wat we ook verzinnen, het lijkt wel of het gat tussen droom en daad, tussen intentie en oplossing precies even groot blijft. Zo’n beetje in mijn tienjarige jubileum als jurylid van de RAD race kan ik niet ontkomen aan het gevoel dat de productiviteit van de teams in al die jaren constant is gebleven. Op zijn best. Vooruit, het draait allemaal in de browser en de plaatjes zijn kleuriger. Maar de successen zijn even groot en de fouten nog altijd even monumentaal.

Simonyi denkt de oplossing te hebben gevonden in een concept dat hij Intentional Software heeft gedoopt: geef alle ondersteuning die nodig is om de echte intentie van een oplossing vast te leggen. Gebruik daarvoor taalconcepten – visueel, tekstueel – die daar van de grond af voor bedoeld zijn. Vakjargon uit de pensioenwereld of uit de logistiek, actuariële formules, tabellen, schetsen: alles waarmee een materie-expert zich comfortabel voelt, voldoet. Leg de intentie vast in een formaat dat onafhankelijk is van de weergave (Simonyi is nogal dol op meta) en vergaap je aan de verschillende verschijningsvormen waartussen je de intentie kunt bekijken en bewerken, afhankelijk van de doelgroep waarmee je communiceert. Eén van die verschijningsvormen – bijna een detail – is code: voornamelijk handig als een verschijnsel dat je op een computer kunt draaien.

Je zou het de heilige graal van ons vakgebied kunnen noemen: communiceren met gebruikers in hun eigen taal en daaruit naadloos – zonder vervorming - werkende systemen genereren. We hebben er eerder op gehoopt, bijvoorbeeld bij de komst van COBOL en 4GL’s (“nu kunnen managers voortaan zelf programmeren”). We zijn er soms ook heel ver van verwijderd: UML wordt zelfs door zijn eigen makers niet meer begrepen. Maar niets houdt ons tegen om te dromen. Astronaut worden blijkt in de praktijk niet eens een kwestie van Rocket Science te zijn. Wie weet wordt het daarom met die graal ook nog wel eens wat.

Development Idols (preview)

Hieronder enkele regels uit de column (de laatste alweer voor de zomerstop) die ik zojuist opleverde aan Software Release Magazine. Over enkele weken het volledige verhaal.

DEVELOPMENT IDOLS

"...Ik wil niet de indruk wekken dat ik op polemiek uit ben. Dus laat ik het met respect voor iedereen formuleren: door welke aanval van hersenverweking hebben we toentertijd eigenlijk besloten om de ‘RAD Race’ programmeerwedstrijd om te dopen tot ‘Development Tools’? Waarom gaan we in de nabeschouwing uitgebreid in op de toeters en bellen van de gebruikte tools terwijl diepte-interviews met de winnaars en verliezers ons oneindig veel meer kunnen leren?

Laten we er niet omheen draaien, ook anno 2007 wordt het succes van een ontwikkelproject nog altijd bepaald door de betrokken individuen en de dynamiek van het team met zijn omgeving.

Je kunt er de meest trendy, allernieuwste programmeertaal bijhalen. Je kunt je bedienen van de meest uitgebreide frameworks en design patterns. Je kunt je verlaten op codegeneratoren die zelfs op basis van gezongen melodietjes al spontaan code beginnen te produceren. Vooruit, je kunt zelfs de beste, aller-slimste object-to-relational mapper ter wereld in huis hebben (sterkte daarmee trouwens): het project loopt er geen snars beter door als de mix van mensen niet klopt...."

zaterdag, mei 26, 2007

It's SAP, remember

Nu we toch zo lekker productief zijn, kan er ook nog wel een link af naar mijn nieuwe item op Capgemini's CTO blog. Gaat over mijn belevenissen op de Sapphire 2007 in Wenen en kan worden beschouwd als een (beperkt) Engelse voorstudie van mijn komende column in IT Executive.

vrijdag, mei 25, 2007

IT Executive geeft het Volk Inzicht

Zoals ik in mijn vorige item al zei, even wat columns inhalen die ik ondertussen publiceerde in IT Executive magazine. Hieronder mijn derde column, geïnspireerd door mijn recente ervaringen in Seattle.

Inzicht voor het Volk

Het zal een teken van de tijd zijn. Microsoft organiseert voor het eerst een conferentie rond Business Intelligence en het conferentiecentrum van Seattle zit gelijk tot aan de nok vol. Zo’n drieduizend geïnteresseerden vanuit alle denkbare windstreken luisteren naar aankondigingen van nieuwe producten en strategische allianties. Ook wordt om het uur een demonstratie ingelast, want bij Microsoft worden ze toch altijd wat nerveus als er niet met een muis geklikt kan worden.

Is Business Intelligence een gebied dat extra in de gaten moet worden gehouden als er vanuit Redmond opeens zoveel aandacht wordt besteed?

Klinkt wat retorisch, ongeveer op hetzelfde niveau als je afvragen of het zeewater stijgt als de poolkappen smelten. Al helemaal als je ziet dat de andere grote industriële spelers vergelijkbare bewegingen maken. Kijk maar naar de overnamedrift waarmee gespecialiseerde bedrijven als Hyperion (nu Oracle) en OutlookSoft (SAP) recent werden ingelijfd.

Business Intelligence, het wordt zonder concurrentie het gebied waarin de komende jaren de meest spannende projecten rond IT zijn te vinden. Er hangt alvast een radicaal andere sfeer. Het archaïsche beeld kent iedereen wel: eens per maand wordt met veel zuchten en steunen een gegevenspakhuis samengesteld. Daar worden dan complexe analyses op losgelaten die alleen worden begrepen door wiskundige genieën die ’s nachts dromen van wilde avonturen met driedimensionale kubussen. De resulterende rapportages, niet zelden voornamelijk financieel van aard, worden slechts door een beperkte doelgroep gelezen en fungeren op zijn best als een kleurige achteruitkijkspiegel: er valt veel vermakelijks in te zien, maar de informatie is per definitie te laat en beperkt bruikbaar om snelle beslissingen op te baseren.

Dat beeld is ondertussen een cliché. De nieuwe generatie Business Intelligence-toepassingen brengt de informatie naar het volk: gegevens die tot op de seconde actueel zijn – rechtstreeks uit de productiesystemen gehaald – komen op veel meer werkplekken beschikbaar en geven het inzicht dat nodig is om desnoods in diezelfde seconde een kleine knoop door te hakken. Het is het soort inzicht waar bedrijven in de komende jaren het verschil mee gaan maken.

Eigenlijk kun je nauwelijks meer van aparte toepassingen spreken: beslissingsinformatie wordt naadloos opgenomen in de omringende systemen en je zou zomaar met email, een spreadsheet of het klantensysteem bezig kunnen zijn zonder je te realiseren dat er steeds flintertjes Business Intelligence neerdalen.

Nieuwe spelers, nieuwe regels. Als het volk inzicht krijgt, doen we warempel weer eens iets nuttigs met IT.

IT Executive heeft Onwaarschijnlijke Liefde

Ik loop trouwens wat achter met het delen van mijn columns in het nieuwe magazine voor IT-beslissers: IT Executive.

Hierbij mijn tweede column, geschreven in Parijs.


Onwaarschijnlijke liefde

Het kan soms erger in het leven. Je column schrijven op het balkon van een hotel in Parijs op een zonovergoten voorjaarsdag: het voelt niet aan als strafkamp. Zeker niet met de beeldvullende achtergrond van de Eiffeltoren, die op een steenworp afstand verrijst. Zal de Open Group een metaforische bijbedoeling hebben gehad toen ze hun Architecture Practitioners congres precies op deze plek organiseerden? Je zou het wel zeggen, als je honderden IT-architecten van over de hele wereld hoort discussiëren over de delicate balans tussen het spuuglelijke uiterlijk van het metalen gevaarte en de diepe, wiskundige drijfveren die onvermijdelijk tot precies dit ontwerp moesten leiden.

IT-architecten zijn graag onder elkaar. Ze kunnen zich dagen onafgebroken bezighouden met hun eigen methoden, abstracties en metamodellen, vaak verfrissend ver verwijderd van de dagelijkse realiteit. Introspectie en wereldvreemdheid, ze zitten diep verankerd in het genetische materiaal.

Toch hangen er veranderingen in de lucht. Het vakgebied wordt transparanter door de opkomst van open, wereldwijde architectuurmethoden (met name TOGAF, The Open Group Architecture Framework) en standaards voor certificering (ITAC, IT Architect Certification). En de grootste groei van de architectenpopulatie vindt momenteel plaats in India. Dat is een plek die we nog maar een paar jaar geleden uitsluitend associeerden met het grove massawerk, ergens aan het einde van de productieband.

En nu begint er ook nog versmelting plaats te vinden met de wereld van ERP. SAP kondigde in Parijs het SAP Enterprise Architecture Framework aan: een set van architectonische processen, modellen en herbruikbare componenten. Die moeten IT-architecten helpen om de groeiende complexiteit van pakketgebaseerde oplossingen te lijf te gaan. En helemaal gebaseerd op open standaards: het raamwerk bestaat uit uitbreidingen op TOGAF en alle goodies zijn publiekelijk beschikbaar, voor wie er maar in geïnteresseerd is. SAP als drijfveer achter open standaards: niet een déjà vu dat je dagelijks overvalt. Misschien moet deze aankondiging daarom met nèt wat extra belangstelling worden gevolgd.

Het blijft een mooie metafoor. De IT-architect die ongenaakbaar vanaf de top van de Eiffeltoren van het weidse uitzicht geniet, zich nauwelijks bewust van het ordinaire gekrioel beneden. En helemaal onderaan, op de kades van de Seine, de nijvere werkers van het standaardpakket. Langs het snel stromende water, waar de schepen af en aan varen, houden ze zich met hun eigen – soms ondoorgrondelijke – zaken bezig. Ze zullen niet snel omhoog kijken naar wat zich elders afspeelt.

ERP en IT-architectuur: ze zijn tot elkaar veroordeeld. Vanuit pakketten ontstaat een flexibel platform om steeds sneller te reageren op veranderingen in de bedrijfsvoering. Dat heeft een architectonische allure. En vanuit de IT-architectuur gezien zijn er nog maar weinig praktijksituaties waarin je geen pakketten tegenkomt. Daarom bloeit er heel voorzichtig een geheime liefde tussen twee onwaarschijnlijke partners op.

Ah, l’amour. Toeval bestaat niet in Parijs.

IT Spring 2007 - the highlights

Excuses voor de radiostilte op dit blog (meer excuses). De afgelopen 5 weken heb ik voornamelijk in een vliegtuig doorgebracht, op weg naar een reeks van IT-conferenties en -evenementen die allemaal lijken te cummuleren in een prezomerse climax. Wat je van zo'n heksenketel vooral bijblijft zijn de vele films die je noodgedwongen aan boord tot je neemt (hoogtepunt: Pan's Labyrinth, een huiveringwekkende, felrealistische film waarin desalniettemin elfjes en een faun figureren; ook niet te versmaden: Music & Lyrics met onder andere een hylarisch optreden van een onbegrepen, diepcynische tekstschrijver). Ook de verschillen tussen de luchtvaartmaatschappijen gaan je extra opvallen. De kreukloze, doch steriele perfectie van de KLM, de nagenoeg gepensioneerde stewards en stewardessen van Northwest en het gezellige rommeltje van Continental ('O hello darling, so nice to have you on board today').

Anyway. Heeft het nog wat nut gehad, al die IT-bijeenkomsten? Ik deel graag mijn oneliners met u:

Open Group, Parijs. Geen mooiere plek dan onder het metalen wangedrocht dat Eiffeltoren heet om te praten over de oprukkende standaardisatie van Enterprise Architectuur, serviceoriëntatie en wereldwijde certificering van IT-professionals. Belangrijk: de aankondiging van SAP's Enterprise Architecture Framework, een open architectuurmethode gebouwd bovenop TOGAF, inclusief best practices en goodies. Alles samen met Capgemini ontwikkeld.

HP Technology@Work, Berlijn. Om de volledige breedte van de nog altijd immense HP portfolio af te dekken heb je minimaal de Berliner Messe nodig: een massieve betonnenklomp waarin je met gemak een peloton jumbojets kwijt kunt. Interessant: de gelikte infrastructuur om complexe en omvangrijke SAP analytics te versnellen. Vraag: gelooft HP nog in Open Source?

IBM Partnerworld, St. Louis. Veel bezoekers vragen zich hardop af waarom IBM het eh... weinig dynamische St. Louis heeft uitgezocht (als alternatief voor uitgerekend Las Vegas) om het jaarlijkse samenzijn met partners en allianties te organiseren. Blijft hangen: de innovatiedrang is onveranderlijk groot. Vanuit de voormalige Lotus Notes-hoek komen mooie nieuwe producten voor web 2.0 stijl samenwerking. Op minimaal drie andere plekken in de rijk geschakeerde IBM-organisatie blijkt men met vergelijkbare initiatieven bezig te zijn. Desgevraagd wil een IBM-woordvoerder wel kwijt dat het hem een goed idee lijkt om een en ander 'binnenkort eens te integeren'. Laat duizend bloemen bloeien, weetjewel.

Microsoft BI conference, Seattle. Vanuit Redmond heeft men besloten dat Business Intelligence een strategisch groeigebied is. En dat zullen we weten ook, want er wordt uitgepakt met een massaal congres dat tot op de laatste plek van de bijna 3000 seats is uitverkocht. BI wordt op zijn Microsoft's aangepakt: op elke werkplek zullen er straks gestaag druppels analytics neerdruppelen, al dan niet geïntegreerd in Office, Outlook en Sharepoint Portal. BI for the Masses: het brengt het vakgebied hoe dan ook in beweging.

SAP Sapphire, Wenen. Een statige, stabiele stad zonder noemenswaardige graffiti vormt een passend decor voor de weinig opwindende boodschap van SAP aan zijn gebruikers: we gaan gestaag door op de ingeslagen weg (die overigens geheel de juiste is, voorzover u daaraan mocht twijfelen). Dus graag niet te wild doen, jongens en meisjes. Je bent sterk geneigd de innovatieve, arrogante ideeën van Shai Agassi te missen, maar je hoeft niet lang door te denken voordat je vermoedt dat de SAP-directie een zucht van verlichting heeft geslaakt toen de Israëlische nieuwlichter onlangs besloot het voor gezien te houden. Net als bij IBM veel belangstelling voor de midmarket, hoewel men wel uitkijkt teveel te zeggen over het in de coulissen ontwikkelde nieuwe pakketplatform ( codenaam 'A1S') dat sterk lijkt te zijn geïnspireerd door de ideeën achter APEX van salesforce.com: van de grond af gebouwd op basis van serviceoriëntatie en uitsluitend bedoeld om on-demand afgenomen te worden. Heeft alle potentieel om straks uit te groeien tot een life-changing experience voor SAP. Meer hierover later, in mijn nieuwe column voor IT Executive en in een engelstalig voorproefje op Capgemini's CTO blog.

zondag, mei 06, 2007

Second Life - return from nowhere

Ok, ok, ik had beloofd nooit meer iets over Second Life op te schrijven. Maar hier gaat het dan ook om commentaar - van mijn voormalige collega Patrick Koning - op een eerder item. Zonde om nagenoeg onzichtbaar in de comments te laten staan, dus bij wijze van uitzondering - en ter lering en vermaak - hierbij:

".... Ron, ben het helemaal eens met je verhaal over SL. SL is voor ons als ICT-ers interessant om te kijken naar wat er technologisch allemaal mogelijk is, maar is, als product, iets van voorbijgaande aard, denk ik. Maar zal wel degelijk zijn sporen achterlaten in nieuwe producten in de toekomst. Ik heb op het Koning Willem I College onder onze studenten een korte (uiteraard digitale) enquête gehouden, en met veel studenten (16+) hierover gesproken. En wat blijkt: ze vinden het niks aan. Ze sms-en, msn-en of WOW-en liever. We hebben zelf een pilot gedaan met studenten van diverse studies met SL. Erg leerzaam, want er is wel degelijk iets te leren: virtuele economie, virtuele marketing, 3D-modellering, etc. Als je het leerproces maar strak stuurt. Maar toch, de aantrekkingskracht voor onze studenten blijft zeer minimaal. Uit cijfers blijkt ook dat maar een klein deel van de avatars maandelijks online zijn, en dat de leeftijd 30+ en HBO+ is. In mijn eigen beleving is het een soort 3D chat-ruimte waarbij je maar weinig mensen tegenkomt. Natuurlijk zijn er ruimtes met avatars aanwezig, maar deze staan voor 1 Linden Dollar per 15 minuten te dansen, terwijl de "eigenaar" de afwas staat te doen. Kortom, geen communicatie, en een saaie bedoening.Toch, wil ik er vanuit een didactisch en technologisch aspect SL blijven volgen...."

zaterdag, mei 05, 2007

Arctic Monkeys: the prophecy

De nieuwe CD van de Arctic Monkeys is zo mogelijk nog beter dan zijn voorganger. Dat vind ik niet alleen, dat vinden zo'n beetje alle recensenten te wereld. Zelfs die van de Volkskrant. Wat leuk dan dat je een weblog-archief hebt, zodat je nog eens kunt verwijzen naar je profetische woorden, lang geleden neergepend toen nog geen hond van deze ondertussen wereldberoemde Britten had gehoord.

Internet, één groot geheugen.

Oh, voor wie het weten wil, hier mijn drie zinnen recensie: Favourite Worst Nightmare staat bol van de opzwepende, vreselijk knap in elkaar gezette popsongs. De nummers zijn zó opgebouwd dat je nu al weet dat Pinkpop deze zomer keer op keer volstrekt, compromisloos en onomkeerbaar uit de pan gaat. Nu maar hopen dat het rond Pinksteren ondertussen al niet dik boven de dertig graden is. Als toekomstduidende zijstap vermelden we het toch maar even op dit blog. Je weet maar nooit wanneer je er weer op terugkomt.

Microsoft BI conference

Voor het geval u nog een leuk congresje vlak voor de zomer wilt bezoeken, is het wel een kwestie van snel de vliegreis boeken: Microsoft's allereerste BI conference vindt plaats in Seattle, Washington State. Ik mag er zelf ook een praatje houden en neem deel aan een paneldiscussie. Bij Microsoft-conferenties kan ik me altijd intens verheugen in de kledingvoorschriften. Het zoveelste MS T-shirt dat ik ga weigeren te dragen, het is ondertussen een vast ritueel geworden.

Second Life - final statement

Nu we alweer mei 2007 spreken, denk ik dat we in de komende maanden weinig meer over Second Life zullen horen. Uitgekauwd thema. De content-bureautjes hebben lekker verdiend, de marketing-jongens hebben hun speeltje gehad en in de virtuele dreven van SL gebeurt nog steeds net zo weinig als vroeger. Tenzij je iets hebt met grofpixelige lichaamsdelen. Kortom, over tot de orde van de dag. Mij hoor je niet meer over Alice in Escapistenland. Als finale statement doe ik u graag deze link toekomen naar een artikel in Management Team dat deze week verscheen. Annemiek Sinnige - zelf vermoed ik in zekere zin een believer - ondervroeg mij en enkele anderen over Second Life. Ik vervul de eervolle rol van de enige azijnpisser die kritisch is over Lekker Gek Met Zijn Allen Alsof Doen. Hoewel ik heel eerlijk gezegd niet razend entousiast ben over de weergave van mijn woorden (dat schijn je wel eens vaker te hebben met journalisten), toch maar even het bewuste fragment. En dan stoppen we ermee. De macht terug aan alle avantgardisten. Vooral lekker onder elkaar blijven daar. Ik ga even door met mijn leven, dank u.

"...... Ron Tolido, chief technology officer van automatiseerder Capgemini, is zelfs ronduit negatief over Second Life. De werkelijke impact van SL is beperkt, stelt hij. “Techniek moet onzichtbaar zijn. Kijk naar tieners, die zijn dol op msn en sms. Simpele technologie die werkt en waar de gebruikers verder geen weet van hebben. Second Life doet in de ogen van tieners gedateerd aan, aldus Tolido. Second Life noemt hij ‘old school’. Communiceren met anderen via Avatars is te gekunsteld om effectief te zijn voor jongeren. Bovendien is communicatie waarbij je de ander niet in de ogen kunt kijken, niet erg prettig. Tolido: “Second Life is een zichzelf in stand houdende zeepbel. Met omgevingen als SL worden we weer teruggestuurd naar zolderkamer om achter dat de pc te gaan zitten.” Hij verwijst met een grijns naar Get a first life.com. Volgens Tolido zijn de contentbureaus hier de lachende derde. “Die liggen in een deuk. De gemeente Zoetermeer betaalt 25.000 euro voor….ja, voor wat eigenlijk? Je gaat toch niet in SL in de rij staan voor de balie voor een uittreksel van de Burgerlijke Stand als je ze met een klik via de website kunt bestellen?” Hij vindt het onbegrijpelijk en noemt meteen nog een geroemd voorbeeld waarvan de toegevoegde waarde hem ontgaat. “Toyota doet aan co-creatie. Bezoekers kunnen op SL in een nieuwe auto rijden. Maar dat benadert bij lange na niet een echte proefrit.” Asfalt op een koeiepad noemt hij dat. Een klein, nauw en kronkelig pad waar je nauwelijks vooruitkomt gaan asfalteren om er sneller te kunnen rijden. Een zinloze exercitie.

Techniek moet onzichtbaar zijn en vooral heel laagdrempelig. Wel is Tolido ervan overtuigd dat deze ontwikkelingen de voorbode zijn van veel specifiekere toepassingen. Hij denkt dat 3D over tien jaar een fundamenteel andere toepassing zal kennen. “Ik kom over tien jaar op kantoor en stap in ruimte binnen die doet denken aan het Holodeck zoals te zien was in Star Trek. Ik loop dan bij onze kantoren in India en Frankrijk binnen. Alsof het echt is. Ik zie vrijwel geen verschil met de echte omgeving. Ik kan ze bij wijze van spreken aanraken, en recht in de ogen kijken; ruiken en voelen. Dát zijn de ontwikkelingen in 3D waar je iets aan hebt......”

Jericho Radio

Ik neem aan dat u allen elke donderdavond aan de buizentransistor gekluisterd zit om het radioprogramma 'De Digitale eeuw' van BNR (Business Nieuws Radio) te volgen? Voor de enkeling die toevallig op vakantie was, hier de gehele podcast van de uitzending van afgelopen donderdag (even zoeken op 3-5-2007, de website staat geen directe link toe, archaïsch gerommel met Javascript). Daarin fungeert mijn artikelenreeks over Jericho Style Security (hier deel 1 en hier deel 2) als rode draad voor een discussie over de nieuwe wereld van beveiliging. Mijn collega Marco Plas - één van Capgemini's meest vooraanstaande beveiligingsexperts - heeft zitting in het panel en domineert - naarmate het gesprek vordert - steeds meer de sessie. Er vallen dan ook interessante zaken te melden. Even die podcast downloaden op uw iPod en er valt weer het komende half uur weer genoeg te leren.